18 juni 2024 - door Paula Verschaeve
Op maandag 17 juni vond de Raad Milieu in Luxemburg plaats. In naam van het Belgisch Voorzitterschap werd de vergadering voorgezeten door onze Brusselse minister van Leefmileu Alain Maron. Welke VLEVA-dossiers lagen op tafel? Je leest het in dit overzichtsartikel!
Key topics:
Raad rondt onderhandelingen over de natuurherstelwet af.
Raad bepaalt zijn algemene oriëntatie over de richtlijn bodemmonitoring.
Raad bepaalt zijn algemene oriëntatie over de herziening van de Kaderrichtlijn afval.
De natuurherstelwet, een van de laatste grote wetgevende initiatieven van de Europese Green Deal, is maandagochtend dan toch formeel aangenomen door de Raad. Oorspronkelijk stond de finale stemming gepland in maart 2024, maar door een verandering van het Hongaarse standpunt raakte de wet niet meer aan een gekwalificeerde meerderheid. Het Belgisch Voorzitterschap besloot toen om de beslissende stemming on hold te zetten.
Recent had Ierland gevraagd het dossier opnieuw te bespreken tijdens de Raad Milieu van 17 juni 2024. Daar raakte het alsnog goedgekeurd. Doordat Oostenrijk zijn standpunt veranderde, is de nodige meerderheid van de lidstaten nu gevonden. Twintig landen stemden voor de wet, zes lidstaten stemden tegen - waaronder Zweden, Finland, Nederland, Italië, Hongarije en Polen. Ons land heeft zich onthouden bij de stemming. Maar de Brusselse minister van Leefmilieu Alain Maron laat toch weten opgelucht te zijn met de goedkeuring:
“Ik ben blij met deze positieve stemming over de natuurherstelwet, waarover het Europees Parlement en de Raad het bijna een jaar geleden eens zijn geworden. Het is het resultaat van hard werken, dat zijn vruchten heeft afgeworpen. Er is geen tijd voor een pauze in de bescherming van ons milieu.”
Ruim 80 procent van de Europese natuur is in slechte staat. Daar moet de natuurherstelwet verandering in brengen. Zo moeten de lidstaten herstelmaatregelen doorvoeren om tegen 2030 minstens 20 procent van de land- en zeegebieden in Europa te herstellen. Tegen 2050 moet dat worden uitgebreid tot alle ecosystemen waar herstel nodig is.
Daarnaast moet minstens 30 procent van de habitattypes die onder de nieuwe verordening vallen, zoals bossen en graslanden, tegen 2030 in goede staat worden hersteld. Tegen 2040 is dat 60 procent, tegen 2050 gaat het om 90 procent.
Tot 2030 vraagt de natuurherstelwet prioritaire aandacht voor het verbeteren van de al beschermde Natura 2000-gebieden. Ook moet de neergang van bestuivers zoals bijen en vlinders tegen 2030 gekeerd worden. En tegen dan moet Europa 25.000 kilometer aan vrij stromende rivieren hebben en moeten er drie miljard extra bomen geplant worden.
Hersteldoelen en -verplichtingen
Nu de Raad het akkoord ook formeel heeft aangenomen, is de verordening klaar voor publicatie in het EU-Publicatieblad en de daaropvolgende inwerkingtreding. De wet wordt rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat. Dat betekent dat alle EU-landen binnenkort nationale herstelplannen moeten opstellen, waarin ze uitleggen hoe ze de doelstellingen gaan halen. Bij de opmaak van hun herstelplannen mogen ze wel rekening houden met sociaal-economische factoren en hun bevolkingsdichtheid.
Tegen 2033 moet de Commissie de toepassing van de wet en de impact ervan op de sectoren landbouw, visserij en bosbouw, evenals de bredere socio-economische effecten, evalueren.
Gisteren bepaalden de Europese ministers van Milieu ook hun algemene oriëntatie over de richtlijn bodemmonitoring (Soil Monitoring Law), een belangrijke stap naar gezonde bodems in de EU tegen 2050. Wat voegt de Raad toe aan het Commissievoorstel?
De Raad stemt in met een solide kader voor bodemmonitoring, waarbij de lidstaten, met steun van de Commissie, de gezondheid van de bodem zullen monitoren en beoordelen. Daarbij zullen de lidstaten de bemonsteringspunten voor monitoring bepalen volgens een gemeenschappelijke EU-methode. Voor bodemmetingen voorziet de Raad wel in extra flexibiliteit - zoals het gebruik van bestaande gegevens en monitoringssytemen.
De EU-ministers houden vast aan de ambitie van het Commissievoorstel over de beoordeling van de bodemgezondheid, waarbij het concept van bodemdescriptoren (= parameters die een fysisch, chemisch of biologisch kenmerk van bodemgezondheid beschrijven) wordt gehandhaafd. Maar om rekening te houden lokale omstandigheden stelt de Raad systeem met dubbele waarden (a double-value system) voor:
niet-bindende duurzame streefwaarden op EU-niveau
operationele triggerwaarden op het niveau van de lidstaten
Het standpunt van de Raad bepaalt dat lidstaten binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn duurzame bodembeheerpraktijken moeten vaststellen, met aandacht voor de basisprincipes van duurzaam bodembeheer.
De Raad ondersteunt de langetermijndoelstelling om de inname van open ruimte (= ruimtebeslag) tegen 2050 geleidelijk naar nul terug te brengen (No Net Land Take), maar stelt een gefaseerde aanpak voor. Als eerste stap zou het meest zichtbare, impactvolle en gemakkelijkst te controleren aspect van ruimtebeslag worden aangepakt, met de nadruk op bodemafdekking en -vernietiging.
De voorgestelde richtlijn bepaalt dat lidstaten alle mogelijk verontreinigde locaties identificeren en in kaart brengen in een openbaar register. Om die locaties te helpen opsporen, is de Raad het eens geworden over het opstellen van nationale lijsten van mogelijk verontreinigende activiteiten. Zodra een verontreinigde locatie is ontdekt, zal deze worden onderzocht en zullen eventuele onaanvaardbare risico’s voor de volksgezondheid en het milieu worden aangepakt.
> Volgende stappen
Nu de Raad zijn algemene oriëntatie heeft bepaald, kunnen de gesprekken met het Europees Parlement (= trilogen) van start gaan. De eerste triloog staat voorlopig gepland na de plenaire vergadering van juli 2024. Begin april 2024 nam het Europees Parlement al plenair haar standpunt in.
Algemene oriëntatie bodemmonitoring
Tot slot bepaalde de Raad ook zijn algemene oriëntatie over de herziening van de Kaderrichtlijn afval, met focus op voedsel- en textielafval. Over het algemeen behouden de EU-ministers de belangrijkste elementen van het Commissievoorstel.
Het Commissievoorstel stelt bindende doelen voor de vermindering van voedselafval tegen 2030:
min 10 procent bij voedselverwerking en -productie
min 30 procent per persoon in detailhandel, restaurants, horeca en huishoudens
De Raad houdt vast aan deze reductiedoelstellingen, maar stelt voor om tegen 31 december 2027 bijkomende streefcijfers voor eetbaar voedsel te bepalen.
De voorgestelde reductiedoelstellingen worden berekend ten opzichte van de hoeveelheid voedselafval in 2020. Maar de Raad staat lidstaten toe om ook 2021, 2022 of 2023 als referentiejaar te gebruiken, aangezien de gegevens voor 2020 niet representatief zijn vanwege de COVID-pandemie. Ministers pleiten ook voor correctiefactoren om zo rekening te houden met schommelingen in toerisme en productieniveaus in voedselverwerking en -productie ten opzichte van het referentiejaar.
Tegen 1 januari 2025 moeten lidstaten zorgen voor gescheiden inzameling van textiel voor hergebruik en recycling. De Raad stelt nu voor dat de Commissie tegen eind 2028 specifieke doelstellingen vaststelt voor afvalpreventie, inzameling, hergebruik en recycling in de textielsector.
Het voorstel voorziet ook in verplichte regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Extended Producer Responsibility). Dat wil zeggen dat textielproducenten de kosten voor het beheer van onverkocht textiel en textielafval moeten dragen. Deze regelingen zullen worden ingevoerd tot dertig maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn. De Raad heeft ermee ingestemd om ook kleine bedrijven hierin op te nemen.
De vergoeding zal gebaseerd worden op de mate van circulariteit en milieuprestaties van bedrijven. Ministers bepalen dat lidstaten hogere vergoedingen kunnen eisen voor bedrijven die "fast fashion"-praktijken volgen.
Tot slot verwijzen de EU-ministers in hun standpunt naar het belang van bestaande inzamelpunten voor textiel als onderdeel van de sociale economie - denk maar aan liefdadigheidsinstellingen en kringwinkels. Zij kunnen hun eigen aparte inzamelpunten behouden. Bovendien kunnen lidstaten hen kunnen vrijstellen van bepaalde rapportageverplichtingen.
> Volgende stappen
Nu de Raad zijn onderhandelingsmandaat heeft bepaald, kunnen de gesprekken met het Europees Parlement (= trilogen) van start gaan. De Europese Parlementsleden bepaalden hun standpunt al in maart 2024.
Algemene oriëntatie voedsel- en textielafval
De EU-milieuministers deelden ook nog informatie over:
het 8e milieuactieprogramma
het verdrag inzake de volle zee (High Seas Treaty)
de verordening over circulariteitseisen voor voertuigontwerp en over het beheer van autowrakken
de richtlijn groene claims
Speech door Sinkevicius en Hoekstra
Natuurherstelwet
Voorstel voor een verordening betreffende natuurherstel COM/2022/304 final
Standpunt van het Europees Parlement
Algemene oriëntatie van de Raad
Persbericht van de Raad ‘Nature restoration law: Council gives final green light’
Richtlijn bodemmonitoring
Voorstel voor een richtlijn inzake bodemmonitoring en -veerkracht (richtlijn bodemmonitoring)
Standpunt van het Europees Parlement
Persbericht van de Raad ‘Soil monitoring law: EU on the pathway to healthy soils by 2050’
Algemene oriëntatie van de Raad
Herziening voedselverspilling en textielaspecten Kaderrichtlijn afval
Standpunt van het Europees Parlement
Persbericht van de Raad ‘Waste framework directive: Council set to start talks on its revision’