Akkoord over bescherming platformwerkers

09 februari 2024 - door Liese Dewilde

Op 8 februari 2024 bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig politiek akkoord over de richtlijn platformwerk, dat de arbeidsomstandigheden van personen die platformwerk verrichten moet verbeteren. 

  • De richtlijn zorgt dat de arbeidsstatus van mensen die platformwerk verrichten correct geclassificeerd wordt en dat schijnzelfstandigheid wordt gecorrigeerd. 

  • De overeenkomst introduceert ook de allereerste EU-regels voor algoritmisch beheer en het gebruik van kunstmatige intelligentie op de werkplek.

  • De tekst zet ook in op transparantie en het beschermen van de gegevens van platformwerkers.

Vermoeden van arbeidsrelatie

De nieuwe wet introduceert een vermoeden van een arbeidsrelatie (in tegenstelling tot zelfstandige arbeid) dat in werking treedt wanneer er feiten zijn die wijzen op controle en leiding. Dit wordt bekeken volgens de nationale wetgeving en geldende collectieve overeenkomsten, en rekening houdend met de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie.

De richtlijn verplicht EU-landen daarom om een weerlegbaar rechtsvermoeden van tewerkstelling op nationaal niveau in te stellen, met als doel de ongelijke machtsverhouding tussen het platform en de persoon die platformwerk uitvoert te corrigeren. Door een effectief vermoeden in te stellen, maken de lidstaten het makkelijker om schijnzelfstandigheid te corrigeren.

De bewijslast ligt bij het platform. Als het platform het vermoeden van arbeidsrelatie wil weerleggen, zal het platform moeten bewijzen dat de contractuele relatie geen arbeidsrelatie is.

Algoritmisch beheer en transparantie

Platformen moeten zorgen voor menselijk toezicht op belangrijke beslissingen die rechtstreeks van invloed zijn op de personen die platformwerk uitvoeren. Zo zorgen de nieuwe regels ervoor dat een persoon die platformwerk uitvoert niet ontslagen kan worden op basis van een beslissing die genomen is door een algoritme of een geautomatiseerd besluitvormingssysteem. 

De richtlijn introduceert meer beschermende regels voor platformmedewerkers op het gebied van gegevensbescherming. Platformen mogen bepaalde soorten persoonsgegevens niet langer verwerken, zoals gegevens over persoonlijke overtuigingen en privé-uitwisselingen met collega's.

De tekst verbetert ook de transparantie door platforms te verplichten werknemers en hun vertegenwoordigers te informeren over hoe hun algoritmen werken en hoe het gedrag van een werknemer van invloed is op beslissingen die door geautomatiseerde systemen worden genomen.

Platforms zullen informatie over zelfstandigen die ze in dienst hebben moeten doorgeven aan de bevoegde nationale autoriteiten en aan vertegenwoordigers van platformwerkers, zoals vakbonden.

Tweede keer, goed keer? - Volgende stappen

In december 2023 werd al een voorlopig politiek akkoord bereikt over dit dossier tussen het Europees Parlement en de Raad onder Spaans voorzitterschap. Bij dat akkoord zou aan de hand van vijf criteria worden bepaald of iemand als zelfstandige of als werknemer moet worden beschouwd. 

Daarna liep het echter mis in de fase waar de lidstaten moesten instemmen met het voorlopig politiek akkoord. Enkele dagen na het akkoord kanten een aantal lidstaten zich tegen het compromis. Duitsland moet zich bovendien onthouden door onenigheid in de regeringscoalitie.

Ook het tweede voorlopig politiek akkoord dat nu bereikt is, is nog niet aan de eindmeet. Het Europees Parlement moet het voorlopig politiek akkoord nu goedkeuren. Dit moet eerst in de EMPL-commissie en vervolgens in plenaire vergadering gebeuren. Daarna is het aan de Raad (de lidstaten) om het akkoord formeel aan te nemen. 

De tekst van het voorlopig politiek akkoord is nog niet beschikbaar. De technische en juridisch-taalkundige afronding van de tekst wordt nog verdergezet. 

Achtergrond 

Hoewel digitale arbeidsplatformen kansen bieden voor bedrijven, werknemers en zelfstandigen, brengen ze ook uitdagingen met zich mee, zoals onduidelijkheid over de arbeidssituatie en het gebrek aan bescherming van arbeids- en sociale rechten. Daarom streeft de EU naar nieuwe regels om de rechten en bescherming van mensen die via digitale platformen werken te waarborgen, evenals transparantie en verantwoordingsplicht bij het gebruik van algoritmen.

Op 9 december 2021 publiceerde de Europese Commissie een reeks wetgevende en niet-wetgevende initiatieven om de bescherming van werknemers op digitale platforms te versterken.

  • Mededeling waarin de aanpak en de maatregelen van de EU over platformwerk worden toegelicht

  • Voorstel voor een richtlijn over de verbetering van de arbeidsomstandigheden van platformwerkers

  • Ontwerprichtsnoeren ter verduidelijking van de toepassing van EU-mededingingsrecht op collectieve overeenkomsten van zelfstandigen zonder personeel.

Het voorstel voor een richtlijn bepaalde dat een platform wettelijk beschouwd wordt als werkgever als het platform voldoet aan minstens 2 criteria uit een lijst. Platformen die een werkgeversstatus betwisten, moeten het vermoeden van werkgever verleggen. Als een platform gekwalificeerd wordt als werkgever, genieten de digitale platformwerkers die voor dat platform werken de sociale en arbeidsrechten die bij de status van werknemer behoren volgens nationaal recht.