Standpunten over bescherming van platformwerkers liggen vast

15 juni 2023 - door Liese Dewilde

Het Europees Parlement en de Raad zijn klaar om te starten met interinstitutionele onderhandelingen over een richtlijn ter bescherming van de arbeidsomstandigheden van platform medewerkers.

  • De wettelijke arbeidssituatie van digitale platformwerkers moet overeenstemmen met hun reële arbeidssituatie en -voorwaarden.

  • Het Europees Parlement vraagt menselijk toezicht op alle beslissingen die de arbeidsomstandigheden beïnvloeden en wilt platformen meer informatie laten delen met nationale autoriteiten.

  • De Raad verhoogt de transparantie op algoritmen en zoomt in op het bepalen van de arbeidsstatus van platformwerkers.

Standpunt van het Europees Parlement

Op 2 februari 2023 nam het Europees Parlement plenair haar standpunt in over het voorstel voor de richtlijn ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van platformwerkers. De Europarlementariërs gaven 376 stemmen voor, 212 stemmen tegen en 15 onthoudingen. Eerder, namelijk op 12 december 2022, stemde de EMPL-commissie al in met het rapport van rapporteur Gualmini.

Het Europees Parlement ijvert onder andere voor volgende zaken:

  • Menselijk toezicht op alle beslissingen die de arbeidsomstandigheden beïnvloeden (geen belangrijke beslissingen louter door geautomatiseerde systemen)

  • Platformen moeten meer informatie delen met nationale autoriteiten.

  • Bij geschillen over arbeidsstatus draagt het platform de verantwoordelijkheid om te bewijzen dat zij de werker toch niet in dienst hebben. Het platform moet dus het tegendeel bewijzen van het wettelijk vermoeden dat de werker en werknemer is.

  • Een lijst met niet-verplichte criteria om een werkstatus te bepalen.

  • Platforms moeten transparant zijn over het gebruik van monitoring, de impact op arbeidsomstandigheden en de beëindiging van accounts en taaktoewijzing.

  • De nieuwe regels moeten gelden voor alle digitale platformen in de EU, inclusief crowd-work en micro-work-platformen.

Lees hier het volledige standpunt van het Europees Parlement.

Algemene oriëntatie van de Raad

Op 12 juni 2023 nam de EPSCO-Raad de algemene oriëntatie (general approach) van de Raad aan.

 Voor de Raad staan onder andere deze dingen centraal:

  • Platformwerkers worden wettelijk geacht werknemers van een digitaal platform te zijn (en dus geen zelfstandigen) als hun relatie met het platform voldoet aan 3 van 7 opgesomde criteria.

  • De bewijslast om het wettelijke vermoeden van een arbeidsrelatie te ontkrachten ligt bij het digitale platform.

  • Maatregelen over het rechtsvermoeden van werknemers mogen geen invloed hebben op de mogelijkheden van rechtbanken en bevoegde autoriteiten om de arbeidsrelatie van een persoon met een digitaal arbeidsplatform vast te stellen op basis van collectieve arbeidsovereenkomsten, praktijken en nationale wetgeving. Dit is het geval, ongeacht het aantal criteria waaraan er wordt voldaan.

  • Platformwerkers worden geïnformeerd over het gebruik van systemen voor geautomatiseerde monitoring en besluitvorming.

  • Systemen voor geautomatiseerde monitoring en besluitvorming worden gecontroleerd door gekwalificeerd personeel. Dat personeel geniet bijzondere bescherming tegen nadelige behandeling.

  • Voor bepaalde belangrijke besluiten is menselijk toezicht gewaarborgd.

  • De verwerking van bepaalde soorten persoonsgegevens wordt verboden op basis van geautomatiseerde monitoring en besluitvorming.

  • Bij gunstigere bepalingen in nationale wetgeving, zullen de bepalingen van de richtlijn niet van toepassing zijn.

De volledige algemene oriëntatie van de Raad vind je hier.

Volgende stappen

Nu het Europees Parlement en de Raad elk hun standpunt hebben ingenomen, kunnen de interinstitutionele onderhandelingen (trilogen) starten. De algemene oriëntatie van de Raad en het standpunt van het Europees Parlement gelden als hun respectievelijke startposities om te beginnen aan deze onderhandelingen.

Informele onderhandelingen om tot een first reading agreement te komen zullen allicht starten begin juli 2023.

Achtergrond

Hoewel digitale arbeidsplatformen kansen bieden voor bedrijven, werknemers en zelfstandigen, brengen ze ook uitdagingen met zich mee, zoals onduidelijkheid over de arbeidssituatie en het gebrek aan bescherming van arbeids- en sociale rechten. Daarom streeft de EU naar nieuwe regels om de rechten en bescherming van mensen die via digitale platformen werken te waarborgen, evenals transparantie en verantwoordingsplicht bij het gebruik van algoritmen.

Op 9 december 2021 publiceerde de Europese Commissie een reeks wetgevende en niet-wetgevende initiatieven om de bescherming van werknemers op digitale platforms te versterken.

  • Mededeling waarin de aanpak en de maatregelen van de EU over platformwerk worden toegelicht

  • Voorstel voor een richtlijn over de verbetering van de arbeidsomstandigheden van platformwerkers

  • Ontwerprichtsnoeren ter verduidelijking van de toepassing van EU-mededingingsrecht op collectieve overeenkomsten van zelfstandigen zonder personeel.

Het pakket van drie initiatieven van de Commissie heeft als doel de rechtszekerheid te vergroten en een gelijk speelveld te creëren voor alle betrokkenen.

Over het wetgevend voorstel, namelijk het voorstel voor een richtlijn, hebben de Raad en het Europees nu hun standpunten ingenomen. Het Commissievoorstel voor de richtlijn doelt erop om de wettelijke arbeidssituatie van digitale platformwerkers te doen overeenstemmen met hun reële arbeidssituatie en -voorwaarden.

Het voorstel bepaalt dat een platform wettelijk beschouwd wordt als werkgever als het platform voldoet aan minstens 2 criteria uit een lijst. Platformen die een werkgeversstatus betwisten, moeten het vermoeden van werkgever verleggen. Als een platform gekwalificeerd wordt als werkgever, genieten de digitale platformwerkers die voor dat platform werken de sociale en arbeidsrechten die bij de status van werknemer behoren volgens nationaal recht.

Het Commissievoorstel bevat bovendien extra bescherming wanneer de digitale platformen werken op basis van algoritmen door het vergroten van de transparantie.