ITRE verhoogt 2030 doelstelling hernieuwbare energie naar 45%

22 augustus 2022 - door Ina De Vlieger

De leden van de Commissie industrie, onderzoek en energie (ITRE) van het Europees Parlement hebben op 13 juli het ontwerpverslag over de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie (2018/2001) (REDII) aangenomen. Zij steunen hiermee de ambitieverhoging voor hernieuwbare energie van de Europese Unie.

  • 2030 streefcijfer aandeel energie geproduceerd uit hernieuwbare bronnen verhoogt naar 45% (in overeenstemming met REPowerEU-plan).

  • Ten minste 5% van nieuwe geïnstalleerde hernieuwbare energiecapaciteit tussen inwerkingtreding van richtlijn en 2030 bestaat uit innovatieve technologieën.

  • Streefcijfer industrie voor jaarlijkse toename van gebruik van hernieuwbare energie verhoogt tot 1,9 procentpunten (oorspronkelijke EC-voorstel: 1,1 pp).

De goedkeuring gebeurde met een zeer grote meerderheid: 54 stemmen voor, 14 tegen en 6 onthoudingen.

Het EU-streefcijfer van 45% tegen 2030 is in overeenstemming met het ambitieniveau dat de Europese Commissie voorstelt in haar "REPowerEU"-plan om de EU minder afhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen. Dit betekent een verhoging met 5 procentpunten ten opzichte van de oorspronkelijk in juli 2021 voorgestelde doelstelling.

Het gewijzigde ontwerp-verslag stelt een nieuwigheid voor, nl. dat elke lidstaat een indicatief streefcijfer vaststelt waardoor ten minste 5% van de nieuwe geïnstalleerde hernieuwbare energiecapaciteit tussen de inwerkingtreding van de richtlijn en 2030 moet bestaan uit innovatieve technologieën.

Sectorale subcijfers voor gebruik van hernieuwbare energie

Voor de sectoren industrie, gebouwen, vervoer, en verwarming & koeling stelt de ITRE-commissie onderstaande sectorale substreefcijfers voor.

Industrie

  • Voor de industriesector verhoogt in de compromisamendementen het indicatieve streefcijfer voor de jaarlijkse toename van het gebruik van hernieuwbare energie tot 1,9 procentpunten (pp) (oorspronkelijke EC-voorstel: 1,1 pp).

  • Wat betreft het gebruik van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO's) als grondstof of energiedrager in de industrie, wordt het bindende substreefcijfer van de Commissie voor 2030 (50%) gehandhaafd. In het compromis is wel een streefcijfer van 70% voor 2035 toegevoegd.

  • ITRE vraagt dat de Commissie uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn een wereldwijde waterstofinvoerstrategie ontwikkelt om een Europese waterstofmarkt te bevorderen.

Gebouwen

  • Voor het gebruik van hernieuwbare energie in gebouwen stelt ITRE voor om het door de Commissie voorgestelde indicatieve streefcijfer van ten minste 49% te behouden.

  • De lidstaten hebben de mogelijkheid om restwarmte en -koeling mee te tellen voor het bereiken van dit streefcijfer, met een maximum van 20%. Als zij daartoe besluiten, wordt het streefcijfer vervolgens verhoogd met de helft van het percentage restwarmte en -koeling dat wordt gebruikt, tot een maximum van 54%.

Verwarming en koeling

  • Terwijl de Commissie voorstelt de huidige doelstelling voor de sector verwarming en koeling te handhaven, maar deze bindend te maken, volgen de compromisamendementen de tegenovergestelde logica.

  • De doelstelling blijft dus indicatief en van een jaarlijkse stijging met ten minste 1,1 procentpunt verhoogt tot een jaarlijkse stijging met 2,3 procentpunten. Bovendien verhoogt de doelstelling tot 2,8 procentpunten voor de lidstaten waar restwarmte en -koeling in de boekhouding is opgenomen. Het opnemen van restwarmte en -koeling in de doelstelling wordt beperkt tot 40% van de gemiddelde jaarlijkse stijging.

Vervoer

  • Het 2030 bindende streefcijfer voor de vermindering van de broeikasgasemissie-intensiteit van transportbrandstoffen verhoogt tot 16% (oorspronkelijke EC-voorstel: 13%).

  • Het aandeel van geavanceerde biobrandstoffen en biogas in de aan de vervoerssector geleverde energie bedraagt in 2025 ten minste 0,5% en in 2030 ten minste 2,2%, wat overeenkomt met het Commissievoorstel.

  • De wijzigingen vervroegen de doelstelling van 2,6% voor het aandeel van RFNBO's in het vervoer met twee jaar (van 2030 naar 2028). Voor 2030 wordt de doelstelling vastgesteld op ten minste 5,7%.

  • ITRE stelt voor een subdoelstelling van 1,2% in te voeren voor het aandeel van RFNBO's in de maritieme sector. Een lidstaat die geen zeehavens op zijn grondgebied heeft, kan ervoor kiezen deze bepaling niet toe te passen.

Andere wijzigingen

De ITRE-commissie heeft ook compromissen bereikt over andere punten van het voorstel, zoals garanties van oorsprong, biomassa, het additionaliteitsbeginsel en de procedures voor het verlenen van vergunningen voor projecten rond hernieuwbare energie.

Wat dit laatste punt betreft, kwamen zij overeen artikel 15 over administratieve procedures te stroomlijnen en de bepalingen over vergunningen over te laten voor de volgende onderhandelingen, rekening houdend met de voorstellen van het REPowerEU-plan.

Daarnaast heeft ITRE het aantal grensoverschrijdende projecten voor de uitbreiding van groene stroom verdubbeld tot twee projecten per lidstaat tegen 2025. Lidstaten met het hoogste jaarlijkse elektriciteitsverbruik (> 100 TWh) worden verplicht om tegen 2030 een derde project goed te keuren.

ITRE wil ook de transparantie van de componenten van hernieuwbare elektriciteit vergroten en de opmars van hernieuwbare waterstof bevorderen, met name door het systeem voor garanties van oorsprong te vereenvoudigen.

Verdeeldheid over vaststelling van criteria voor hernieuwbare waterstof

ITRE heeft een compromisamendement verworpen met één stem verschil ten gunste van een alternatief compromisamendement. Deze amendementen hebben betrekking op het additionaliteitsbeginsel om ervoor te zorgen dat de brandstofproducent bijdraagt aan de inzet of financiering van hernieuwbare energiebronnen, zodat een toename van de productie van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO's), d.w.z. voornamelijk waterstof, gepaard gaat met een overeenkomstige toename van de productie van hernieuwbare energie.

Terwijl de rapporteur de additionaliteitscriteria wilde vastleggen in artikel 27 van de herziene richtlijn, wordt in het alternatieve compromisamendement dat is aangenomen verwezen naar de gedelegeerde handeling van de Commissie over dit onderwerp.

Volgende stappen

12-15 september: stemming in plenaire zitting van het Parlement.

Bron en meer lezen

Persbericht Europees Parlement, 13 juli 2022: MEPs back boost for renewables use and energy savings

Door ITRE goedgekeurde verslag / documenten: 1° ITRE rapport herziening RED, 2° ITRE-amendementen herziening RED en 3° Errata/Addenda