22 januari 2024 - door Tina Rubbrecht
EU-lidstaten (Coreper I) keurden afgelopen vrijdag het voorlopig akkoord van de Raad en het Europees Parlement over de Europese verordening mediavrijheid goed. Dit nieuwe gemeenschappelijk kader voor mediadiensten op de Europese interne markt moet mediavrijheid, mediapluriformiteit en redactionele onafhankelijkheid in de EU waarborgen.
De belangrijkste punten van de verordening zijn:
onafhankelijke publieke media met een stabiele financieringsbron
transparantie van media-eigendom
bescherming van de redactionele onafhankelijkheid
waarborgen vóór pluriformiteit en tegen mediaconcentratie
de Europese Raad voor mediadiensten: een nieuwe waakhond voor mediavrijheid
De Europese verordening mediavrijheid (European Media Freedom Act – EMFA) heeft als doel om journalisten en media-aanbieders te beschermen tegen politieke inmenging, journalisten en hun bronnen te beschermen en ervoor te zorgen dat zij in alle lidstaten probleemloos hun werk kunnen doen. Zo moet de burger toegang krijgen tot vrije en pluriforme informatie. Het is aan de lidstaten om voor de juiste voorwaarden en een geschikt kader te zorgen om dit grondrecht te beschermen.
Commissaris voor Waarden en Transparantie Věra Jourová zei dat de nieuwe wet "een sterk signaal afgeeft dat informatie essentieel is voor de democratie, des te meer in de context van de vele verkiezingen dit jaar".
de verantwoordelijkheid van de lidstaten verduidelijken om de pluriformiteit, onafhankelijkheid en goede werking te garanderen van de publieke media-aanbieders die binnen hun grenzen opereren
de lidstaten verplichten om effectieve bescherming van journalisten en media-aanbieders te bieden bij het uitoefenen van hun beroepsactiviteit
de lidstaten verbieden om via dwangmaatregelen informatie te verkrijgen over de bronnen of vertrouwelijke communicatie van journalisten, behalve in specifieke gevallen
het toepassingsgebied van de transparantievereisten verruimen, zowel voor de transparantie van eigendom – voorgesteld wordt de eisen op dit gebied voor álle media-aanbieders te laten gelden –, als voor de transparantie van overheidsreclame – de mogelijkheid om kleine entiteiten vrij te stellen van deze eisen wordt drastisch ingeperkt
voorzien in duidelijkere regels voor de relatie tussen zeer grote onlineplatforms en aanbieders van mediadiensten – er komen aanvullende waarborgen voor de redactionele integriteit van inhoud op onlineplatforms
media-aanbieders de mogelijkheid bieden om binnen 24 uur, of eerder in noodgevallen, te reageren als een zeer groot onlineplatform besluit zijn inhoud te verwijderen vanwege onverenigbaarheid met zijn algemene voorwaarden
De Europese verordening mediavrijheid bouwt voort op de richtlijn audiovisuele mediadiensten uit 2018 en breidt het toepassingsgebied daarvan uit tot radio en pers. Een nieuwe, onafhankelijke Europese Raad voor mediadiensten moet de in het kader van de richtlijn audiovisuele mediadiensten ingestelde groep van regulerende instanties vervangen. Deze raad zal bestaan uit nationale media-autoriteiten en zal de Commissie ondersteunen bij het bevorderen van de consistente toepassing van de kernbepalingen van de nieuwe Europese verordening mediavrijheid en van de richtlijn audiovisuele mediadiensten in alle lidstaten, onder meer door adviezen te verstrekken en de Commissie te helpen richtsnoeren op te stellen.
Ook wordt in het akkoord de adviserende rol van de raad gedetailleerd en de onafhankelijkheid ervan aangescherpt. Voorts kan de raad een stuurgroep oprichten en mediavertegenwoordigers raadplegen over aangelegenheden buiten de sector audiovisuele media. Tot slot kunnen de lidstaten strengere of meer gedetailleerde regels dan de EMFA-regels opleggen.
Op 15 december 2023 bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over de Europese verordening mediavrijheid. Na deze nieuwe bekrachtiging van het voorlopig akkoord, zal de tekst van de overeenkomst nu worden afgerond en formeel worden aangenomen tegen april 2024.
Vrijheid en pluriformiteit van de media zijn verankerd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Uit recente verslagen van de Commissie en de Monitor voor de pluriformiteit van de media blijkt dat er in de EU verschillende verbeterpunten zijn, onder andere voor de politisering van de media, de gebrekkige transparantie over media-eigendom en over de toewijzing van middelen voor overheidsreclame aan aanbieders van mediadiensten.
Op 16 september 2022 publiceerde de Commissie haar voorstel voor een verordening tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor mediadiensten op de interne markt. Dit voorstel omvatte nieuwe regels om de pluriformiteit en de onafhankelijkheid van de media in de EU te beschermen. De onderhandelingen met het Europees Parlement om de wet in een definitieve vorm te gieten, gingen op 19 oktober 2023 van start en leverden op 15 december 2023 een voorlopig akkoord op. De EU-ambassadeurs van de lidstaten hebben dat akkoord nu goedgekeurd. Dit is het eerste voorlopige akkoord over cultuur en media dat onder het Belgische voorzitterschap wordt goedgekeurd, na het voorbereidend werk van het Spaanse voorzitterschap.
Tekst van het voorlopig akkoord op 19 januari 2024.
Persbericht van de Raad over het voorlopig akkoord op 19 januari 2024.
Mediavrijheid in de EU (achtergrondinfo).