Zó word je de BFF van (Europese) beleidsmakers

29 augustus 2018 - door Tina Rubbrecht

Is lobbyen in de EU enkel voor grote bedrijven zoals Google en Volkswagen? Helemáál niet! Ook jouw stem mag gehoord worden. Omdat 70% van onze wetgeving uit Europa komt, moét je stem zelfs gehoord worden om tot een evenwichtig beleid te komen. Want Europese beleidsmakers hebben nood aan externe, correcte informatie uit het veld.

Maar hoe pak je dit best aan?
VLEVA vroeg het aan hen die dagelijks belobbied worden: Julie Bynens (Secretaris-Generaal DKBUZA), Jonathan Stabenow (Kabinet ex-commissaris Marianne Thyssen), Simon Vandecasteele (medewerker ex-MEP Anneleen Van Bossuyt) én aan toplobbyisten Monique Goyens (BEUC) en Isabelle Ryckbost (ESPO). Dit zijn hún tips om de best friend forever van Europese beleidsmakers te worden

Tip 1: Wees voorbereid

Een goede ontmoeting vraagt een goede voorbereiding: ken je dossier, ken de gevoeligheden van je gesprekspartner en kom met een duidelijke, beargumenteerde positie, liefst op één A4. Kom met concrete oplossingen en, bij europarlementsleden, liefst met kant-en-klare amendementen. Zo maak je het leven van beleidsmakers makkelijker en zien ze je graag komen. Beloof je tijdens het gesprek om cijfergegevens op te sturen? Doe dat dan ook. Zo investeer je in een langetermijnrelatie en word je een betrouwbare partner.

Tip 2: Ga niet overlobbyen

Ga niet als een gek ontmoetingen plannen met allerlei Europese beleidsmakers. In het Europees Parlement zijn er een 8-tal mensen waarmee je moet samenzitten over een voorstel: de rapporteur (die houdt de pen vast) en de schaduwrapporteurs (europarlementsleden van de andere politieke families waarmee een compromis gevormd kan worden). Je hoeft dus niet alle 705 europarlementsleden op te zoeken, want die volgen het dossier van veraf en stemmen meestal mee met hun fractie. Ook in de Europese Commissie en in de Raad zijn je gesprekspartners op één hand te tellen. Vraag je een ontmoeting en houdt de beleidsmaker de boot af? Dring dan niet te veel aan en wacht op een ander geschikt moment.

Tip 3: Ken het besluitvormingsproces

Een goede lobbyist kent het besluitvormingsproces en klopt op het juiste moment bij de juiste persoon aan. Lees daarom hier onze blog over Europese besluitvorming. En intervenieer op tijd: bij de Commissie kan je aankloppen nog voor het voorstel gepubliceerd is, in het Europees Parlement heeft het weinig zin om langs te komen als de amendementen al ingediend zijn. In de Raad van de Europese Unie liggen de posities al enkele weken voor de bijeenkomst van de ministers vast.

Tip 4: Zorg voor een netwerk

De ideale lobbyist heeft een groot netwerk en weet ook wat andere partijen denken over een voorstel. En kan zo eventuele tegenargumenten counteren tijdens het gesprek. Dit zonder de andere partij te bekritiseren.

Tip 5: Beter afwezig dan irrelevant

Kies je prioriteiten. Je kan niet álles opvolgen. Wanneer beleidsmakers tijd vrijmaken voor een afspraak, willen ze iets bijleren. Ze willen informatie krijgen waarover ze zelf niet beschikken en hebben je input nodig om te weten wat er leeft op het terrein. Maar trap niet in de val om op elk dossier te willen reageren. Want Europa is met álles bezig.

Deze blog is gebaseerd op de bijdragen van Julie Bynens (AAVREU), Jonathan Stabenow (Kabinet commissaris Marianne Thyssen), Simon Vandecasteele (MEP Anneleen Van Bossuyt), Monique Goyens (BEUC) en Isabelle Ryckbost (ESPO) tijdens de infosessie ‘Het Wat & Hoe van Europese besluitvorming en lobby’.