09 juni 2022 - door Liese Dewilde
De onderhandelaars van de Raad en het Europees Parlement hebben op 7 juni 2022 een voorlopig politiek akkoord bereikt over de ontwerp-richtlijn betreffende passende minimumlonen in de EU.
Dit akkoord moet de waardigheid van werk beschermen en werken doen lonen.
De richtlijn focust op de toereikendheid van wettelijke minimumlonen, bevordering van collectieve loononderhandelingen en effectieve toegang tot minimumloonbescherming.
Dit politiek akkoord moet nog formeel aangenomen worden door de Raad en het Europees Parlement.
Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen reageerde tevreden op het akkoord: “De EU maakt haar belofte waar. De nieuwe regels voor het minimumloon zullen de waardigheid van werk beschermen en ervoor zorgen dat werken loont. Hierbij zullen de nationale gebruiken en de autonomie van de sociale partners ten volle worden geëerbiedigd.”
De Commissie beloofde al bij de start van haar mandaat een rechtsinstrument om ervoor te zorgen dat werknemers in de EU een billijk minimumloon krijgen.
Een toereikend minimumloon is belangrijk om de sociale rechtvaardigheid te versterken en een duurzaam en inclusief economisch herstel te bevorderen. Langs de andere kant zouden betere arbeids- en levensomstandigheden ook het bedrijfsleven en de samenleving en economie in het algemeen ten goede komen omdat ze de productiviteit en het concurrentievermogen stimuleren.
Co-rappporteur Dennis Radtke sprak over het schrijven van sociaal-politieke geschiedenis in Europa.
In de EU hebben 21 van de 27 landen een wettelijk minimumloon, terwijl in de overige zes (Oostenrijk, Cyprus, Denemarken, Finland, Italië en Zweden) de hoogte van het loon wordt bepaald door middel van collectieve onderhandelingen. Uitgedrukt in euro's lopen de maandelijkse minimumlonen in de EU sterk uiteen, van 332 euro in Bulgarije tot 2 202 euro in Luxemburg (2021-gegevens van Eurostat).
De lidstaten met wettelijke minimumlonen worden verzocht om een procedureel kader in te voeren om deze minimumlonen volgens een aantal duidelijke criteria vast te stellen en aan te passen. Het akkoord bepaalt dat wettelijke minimumlonen minstens om de twee jaar moeten worden geactualiseerd. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor landen die werken met een automatisch indexeringsmechanisme. Voor hen geldt dat een actualisering ten hoogste om de vier jaar moet gebeuren.
Sociale partners moeten betrokken worden bij de vaststelling en bij de actualisering van de wettelijke minimumlonen.
Co-rapporteur Agnes Jongerius zei het volgende over de toereikendheid van minimumlonen: "Met deze Europese wet verkleinen we de loonongelijkheid en dringen we aan op hogere lonen voor de laagstbetaalde werknemers van Europa. Zij moeten nieuwe kleren kunnen kopen, lid kunnen worden van een sportteam, of op een welverdiende vakantie kunnen gaan. Kortom, ze moeten een fatsoenlijke levensstandaard hebben".
Collectieve loononderhandelingen zijn een belangrijk instrument om ervoor te zorgen dat werknemers een toereikend minimumloon genieten. De richtlijn beoogt aldus om de dekking van werknemers via collectieve onderhandelingen uit te breiden. Lidstaten moeten het vermogen van sociale partners om collectieve onderhandelingen te voeren, bevorderen.
Wanneer de dekking van collectieve onderhandelingen onder een drempel van 80% ligt, zullen lidstaten een actieplan moeten opstellen om collectieve onderhandelingen te bevorderen. Met een duidelijk tijdschema en concrete maatregelen moet dergelijk actieplan de dekkingsgraad van collectieve onderhandelingen geleidelijk opvoeren.
Het akkoord bevat ook een aantal maatregelen om de effectieve toegang van werknemers tot minimumloonbescherming te verbeteren. Controles door arbeidsinspecties zijn mogelijk, er moet gemakkelijk toegankelijke informatie over minimumloonbescherming zijn en de handhavingsautoriteiten moeten de mogelijkheid krijgen om op te treden tegen werkgevers die zich niet aan de regels houden.
De Europese Commissie publiceerde in oktober 2020 haar voorstel over een richtlijn betreffende toereikende minimumlonen. Op 25 november 2021 nam het Europees Parlement diens startpositie voor de onderhandelingen in. Op 6 december 2021 volgde de Raad door haar general approach aan te nemen. Daarna hadden de Raad en het Parlement acht onderhandelingsrondes nodig om tot dit voorlopig akkoord te komen op 7 juni 2022.
Dit akkoord is een voorlopig politiek akkoord. Dit voorlopig akkoord moet nu worden bevestigd door Coreper (de permanente vertegenwoordigers van alle lidstaten). Daarna zullen de Raad en het Europees Parlement de tekst nog formeel moeten bevestigen door te stemmen.
Eens de tekst formeel is aangenomen, hebben de lidstaten twee jaar de tijd om de richtlijn in nationale wetgeving om te zetten.
De tekst van het politiek akkoord is voorlopig nog niet beschikbaar.