28 maart 2023 - door Celeste Wezenbeek
Er werd een voorlopig interinstitutioneel politiek akkoord bereikt over de herziening van de richtlijn uitrol infrastructuur alternatieve brandstoffen.
Het doel van AFIR is ervoor zorgen dat er een toereikend infrastructuurnetwerk is voor het opladen of bijtanken van wegvoertuigen of schepen met alternatieve brandstoffen.
Gezien de specifieke dynamiek van de elektrische zware voertuigen en het feit dat die markt vandaag minder ontwikkeld is dan voor lichte voertuigen, moet in 2025 een begin worden gemaakt met de geleidelijke invoering van infrastructuur.
Het voorlopig politiek akkoord moet nu formeel worden goedgekeurd door de twee medewetgevers.
Het doel van de voorgestelde verordening inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR) is drieledig:
Ervoor zorgen dat er een toereikend infrastructuurnetwerk is voor het opladen of bijtanken van wegvoertuigen of schepen met alternatieve brandstoffen.
Alternatieve oplossingen bieden zodat schepen op hun ligplaats en stilstaande vliegtuigen hun motoren niet hoeven te laten draaien.
Volledige interoperabiliteit in de hele EU te bereiken en ervoor te zorgen dat de infrastructuur gemakkelijk te gebruiken is.
Het voorlopige akkoord behoudt de fundamentele aspecten van het Commissievoorstel. Het gaat hier specifiek over de belangrijkste algemene parameters die een reëel effect op het klimaat zullen hebben:
Het opladen van lichte elektrische voertuigen.
Eisen inzake de totale stroomcapaciteit die moet worden geleverd op basis van de omvang van het geregistreerde wagenpark.
Eisen inzake de dekking van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T) in 2025 en 2030 voor het opladen van elektrische zware voertuigen.
Het tanken van waterstof.
Eisen voor TEN-V-dekking in 2030, te beginnen in 2025 voor elektrische zware voertuigen voor de levering van elektriciteit aan schepen op de kade in havens.
De tekst van de voorlopige overeenkomst wijzigt echter ook enkele aspecten van het Commissievoorstel:
Gezien de specifieke dynamiek van de elektrische zware voertuigen en het feit dat die markt vandaag minder ontwikkeld is dan voor lichte voertuigen, moet in 2025 een begin worden gemaakt met de geleidelijke invoering van infrastructuur. Dit heeft als doel alle TEN-V-wegen tegen 2030 te bestrijken om de efficiëntie van investeringen in het tanken van waterstof te maximaliseren en zich aan de technologische ontwikkelingen aan te passen. Hierbij gaat bijzondere aandacht naar stedelijke en multimodale knooppunten om ervoor te zorgen dat de eisen inzake elektrisch opladen verenigbaar zijn met de uiteenlopende omstandigheden ter plaatse.
Om de infrastructuur voor elektrisch opladen en tanken op waterstof gebruiksvriendelijk te maken, zijn er verschillende betalings- en prijsmogelijkheden waarbij onevenredige investeringen, met name in bestaande infrastructuur, worden vermeden. Wat de stroomvoorziening aan land in zeehavens betreft, zijn de bepalingen nu volledig in overeenstemming met het onlangs overeengekomen FuelEU-maritieme voorstel.
In de tekst worden de verplichtingen van alle betrokken belanghebbenden gespecificeerd, worden de gebruikers naar behoren geïnformeerd en wordt de sector voorzien van gemeenschappelijke normen en technische specificaties. Dit met het oog op belangrijke technologische en marktontwikkelingen die van invloed zullen zijn op zware bedrijfsvoertuigen.
Het voorlopig politiek akkoord moet nu formeel worden goedgekeurd door de twee medewetgevers. Wat de Raad betreft, is het Zweedse voorzitterschap voornemens de tekst zo spoedig mogelijk aan de vertegenwoordigers van de lidstaten (Coreper) voor te leggen met het oog op de formele aanneming ervan.