03 november 2022 - door Celeste Wezenbeek
Het Europees Parlement heeft het verslag van Ismail Ertug (S&D, Duits) over de toekomstige verordening voor alternatieve brandstoffen infrastructuur goedgekeurd (36 stemmen voor, 2 tegen, 6 onthoudingen).
Concreet worden in het verslag minimumdoelstellingen vastgesteld voor de invoering van infrastructuur voor alternatieve brandstofinfrastructuur. Er zullen bijvoorbeeld oplaadpunten voor elektrische voertuigen komen en deze mogen niet meer dan 60 km van elkaar verwijderd zijn tegen 2026. Voor vrachtwagens en andere bussen zullen soortgelijke eisen worden gesteld, behalve dat de verplichtingen betrekking zullen hebben op het trans-Europese kernvervoersnetwerk tegen 2026. Daarnaast moeten de lidstaten ook een actieplan indienen voor de invoering van infrastructuur tegen 2024.
Er zijn ook wijzigingen aangebracht voor het tanken van waterstof. Op dit punt wil het verslag de maximale afstand tussen twee stations terugbrengen tot 100 km, tegenover 150 km in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. Ook zijn hierbij de termijnen herzien en moeten deze doelstellingen tegen 2028 in plaats van 2031 worden gehaald. De tekst voorziet ook in uitzonderingen voor wegen met weinig verkeer of voor bepaalde individuele oplaadpunten die voor beide verkeersrichtingen operationeel moeten zijn.
In het verslag over infrastructuur voor alternatieve brandstoffen wordt ook gekeken naar de maritieme en de luchtvaartsector. Wat de maritieme sector betreft, bepaalt de tekst dat alleen schepen van meer dan 5.000 ton onder de tekst zullen vallen voor de berekening van de verplichtingen inzake elektriciteit op de ligplaats. De Commissie zal zich naar verwachting buigen over om deze drempel te herzien. Voor het luchtvervoer zullen commerciële vliegtuigen vanaf 2025 op het elektriciteitsnet moeten worden aangesloten bij alle gates op luchthavens vanaf 2025 en op de startbaan vanaf 2030. Er is een vrijstelling van deze verplichting voor kort parkeren.