Zorgvuldigheidsplicht voor ondernemingen en hun waardeketen

23 november 2023 - door Liese Dewilde

Op 23 februari 2022 stelde de Commissie het voorstel voor een richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid voor. Dit initiatief wordt ook wel duurzame corporate governance (SCG, sustainable corporate governance) genoemd.

  • Deze wetgeving moet de groene transitie bevorderen en mensenrechten in de EU en daarbuiten beschermen door een zorgvuldigheidsplicht op te leggen aan ondernemingen.

  • De zorgvuldigheidsplicht zal gelden voor grote ondernemingen, haar eventuele dochteronderneming(en) én de volledige waardeketen.

  • Bestuurders krijgen extra plichten en de Commissie neem ondersteunende maatregelen aan.

Naar een duurzame en eerlijke economie en samenleving

De EU bewees met de Green Deal en Fit for 55 dat ze serieuze klimaat- en milieuambities nastreeft. Ook het naleven van internationaal vastgelegde mensenrechten staat steeds centraal. Dit Commissie-initiatief zal bijdragen tot de totstandbrenging van een duurzame en eerlijke economie en samenleving. Deze wetgeving moet de groene transitie bevorderen en mensenrechten in de EU en daarbuiten beschermen. Voor bedrijven bieden deze nieuwe regels rechtszekerheid en een gelijk speelveld. Voor consumenten en beleggers zorgen ze voor meer transparantie.

Het voorstel moet ervoor zorgen dat de Unie, inclusief particuliere en publieke sector, op internationaal vlak handelt met volledige inachtneming en naleving van haar internationale verplichtingen inzake bescherming van mensenrechten, bevordering van duurzame ontwikkeling en regels van de internationale handel.

Met dit voorstel biedt de Commissie een antwoord op verzoeken vanuit zowel de Raad als het Europees Parlement. In december 2020 vroeg de Raad reeds in zijn conclusies om een voorstel in te dienen voor een EU-rechtskader voor duurzame corporate governance, met sector overschrijdende gevolgen in mondiale waardeketens. In maart 2021 verzocht het Europees parlement de Commissie ook om een wetgevingsvoorstel over verplichte passende zorgvuldigheid in de waardeketen.

Bovendien stonden de Raad en het Europees Parlement niet alleen in hun ideeën. Ook het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven riep op tot actie. Ongeveer 70% van de ondernemingen die deelnamen aan de studie van 2020 en de openbare raadpleging van 2021 vonden een geharmoniseerd EU-kader hieromtrent noodzakelijk. Ook in een enquête van 2020 gaven 8 op 10 consumenten aan dat duurzaamheid voor hen belangrijk is.

Zorgvuldigheidsplicht – voor wie?

Kmo’s vallen in principe niet rechtstreeks onder het toepassingsgebied van dit voorstel. De ondernemingen en sectoren die wel aan de regels zullen onderworpen zijn kunnen opgedeeld worden in 3 groepen:

  • Groep 1: alle EU-vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aanzienlijke omvang en economische macht (500 of meer werknemers en een wereldwijde netto-omzet van 150 miljoen euro of meer).

  • Groep 2: andere vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die actief zijn in bepaalde sectoren met een grote impact, die de voor groep 1 geldende drempelwaarden niet bereiken, maar meer dan 250 werknemers hebben en een wereldwijde netto-omzet van 40 miljoen euro of meer. Voor deze ondernemingen worden de regels twee jaar later van toepassing dan voor groep 1.

  • Groep 3: bedrijven van buiten de EU die in de EU actief zijn met een in de EU gegenereerde omzet zoals die van groep 1 en 2.

Het voorstel geldt zowel voor de eigen activiteiten van de onderneming en diens dochteronderneming(en), als voor hun waardeketens. Een waardeketen van een onderneming is de ketting van ondernemingen waarmee ze directe en indirecte banden heeft.

Naleving mensenrechten en milieuovereenkomsten

Om de zorgvuldigheidsplicht na te leven, zullen mensenrechten die in internationale overeenkomsten opgenomen zijn én regels uit belangrijke milieuovereenkomsten beter nageleefd en beschermd moeten worden. De ondernemingen waarop de regels van toepassing zijn, zullen passende maatregelen moeten nemen (een inspanningsverplichting), die in overeenstemming zijn met de ernst en de waarschijnlijkheid van de diverse effecten, de maatregelen die het bedrijf in de specifieke omstandigheden ter beschikking staan en de noodzaak om prioriteiten te stellen.

Dit komt erop neer dat ondernemingen, om aan de zorgvuldigheidsplicht voor het bedrijfsleven te voldoen, ertoe verplicht worden:

  • passende zorgvuldigheid te integreren in het beleid;

  • feitelijke of potentiële negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu in kaart te brengen;

  • potentiële effecten te voorkomen of te beperken;

  • een einde te maken aan de daadwerkelijke effecten of deze tot een minimum te beperken;

  • een klachtenprocedure in te stellen en te handhaven;

  • toezicht te houden op de doeltreffendheid van het beleid en de maatregelen inzake passende zorgvuldigheid;

  • publiekelijk te communiceren over passende zorgvuldigheid.

Verder moeten ondernemingen in groep 1 een plan hebben om ervoor te zorgen dat hun bedrijfsstrategie verenigbaar is met de beperking van de opwarming van de aarde tot 1,5 °C, in overeenstemming met de Overeenkomst van Parijs.

Toezicht op niet-naleving van de zorgvuldigheidsplicht

Door de lidstaten aangewezen nationale bestuursinstanties worden belast met het toezicht op deze nieuwe regels. Zij kunnen in het geval van niet-naleving van de zorgvuldigheidsplicht een boete opleggen.

Ook slachtoffers zouden gerechtelijke stappen voor vergoeding van geleden schade kunnen ondernemen. Ze kunnen dan vergoed worden voor de schade die had kunnen vermeden worden als de passende zorgvuldigheidsmaatregelen wél waren genomen.

Betrekken van bestuurders & Begeleidende ondersteuningsmaatregelen

Passende zorgvuldigheid moet integraal deel uitmaken van het ondernemingsproces. Om dit te stimuleren, moeten bestuurders van ondernemingen betrokken worden bij de naleving van de zorgvuldigheidsplicht. Het voorstel van de Commissie voorziet daarom in een plicht voor bestuurders om de uitvoering van de passende zorgvuldigheid op te zetten, te controleren, en op te nemen in de bedrijfsstrategie. Bestuurders moeten ook, bij het handelen in het belang van de onderneming, rekening houden met de mensenrechten, de klimaatverandering en de gevolgen van hun beslissingen voor het milieu. Ondernemingen moeten bij de vaststelling van variabele beloningen die gekoppeld zijn aan de bijdrage van een bestuurder aan de bedrijfsstrategie en de langetermijnbelangen en duurzaamheid van de onderneming, naar behoren rekening houden met de naleving van de verplichtingen van het klimaatveranderingsplan van de onderneming.

Het voorstel omvat ook begeleidende maatregelen die ondernemingen moeten ondersteunen. Deze ondersteuningsmaatregelen gelden ook voor kmo’s. De regels van de richtlijn zullen namelijk niet rechtstreeks van toepassing zijn op kmo’s, maar kunnen wel indirect gevolgen hebben. Daarom voorziet het voorstel in specifieke steun voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals richtsnoeren en andere instrumenten om hen te helpen bij de geleidelijke integratie van duurzaamheidsoverwegingen in hun bedrijfsactiviteiten. De lidstaten moeten verdere technische en eventueel financiële steun verlenen aan kleine en middelgrote ondernemingen om de aanpassing te vergemakkelijken. Het voorstel bevat ook elementen om kleine en middelgrote ondernemingen te beschermen tegen buitensporige eisen van grote ondernemingen.

Om ondernemingen te ondersteunen, voorziet het voorstel in de opzetting van individuele of gezamenlijke specifieke websites, platforms of portalen en in de mogelijkheid om kmo's financiële steun te verlenen. De Commissie kan bovendien richtsnoeren vaststellen, onder meer voor modelcontractbepalingen. De Commissie kan de ondersteuning die lidstaten bieden, aanvullen met nieuwe maatregelen, onder meer om ondernemingen in derde landen te helpen.

Volgende stappen

Het Commissievoorstel komt nu bij de Raad en het Europees Parlement. Wanneer zij elk hun positie omtrent het voorstel hebben ingenomen, kunnen interinstitutionele onderhandelingen van start gaan om tot een EU-akkoord te komen. Na goedkeuring hebben de lidstaten 2 jaar de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. Ze moeten hierover dan ook communiceren naar de Commissie.

Als onderdeel van het pakket voor rechtvaardige een duurzame economie presenteerde de Commissie ook een Mededeling over Waardig Werk Wereldwijd. Samen met dit voorstel in verband met de zorgvuldigheidsplicht, draagt dit bij tot het beleid van de EU om wereldwijd voor fatsoenlijk werk te zorgen.

Het volledige voorstel van de Commissie kan je hier vinden.