JURI neemt Due Diligence-rapport aan

27 april 2023 - door Liese Dewilde

Op 25 april 2023 namen de JURI-Europarlementsleden het rapport van rapporteur Lara Wolters aan over de zorgvuldigheidsplicht van ondernemingen en hun waardeketen.

  • Het Europees Parlement moet nog plenair stemmen over het rapport om als standpunt te gelden om mee te starten aan interinstitutionele onderhandelingen.

  • De inhoud van het JURI-rapport wijkt sterk af van de algemene oriëntatie van de Raad. Trilogen met deze standpunten als startposities beloven niet eenvoudig te zijn.

  • Doel van de zorgvuldigheid in de waardeketen is mensenrechten en milieuoverwegingen in het bestuur van ondernemingen verankeren.

Plenaire stemming

De JURI-commissie (commissie juridische zaken) is de verantwoordelijke commissie voor het due diligence-dossier in het Europees Parlement. JURI nam op 25 april 2023 met 19 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 3 onthoudingen het rapport van rapporteur Wolters over het dossier aan.

Nu JURI haar standpunt heeft ingenomen over het dossier is een volgende stap in het wetgevend proces gezet. Het Europees Parlement moet het rapport nu ook nog plenair goedkeuren, alvorens het als standpunt kan gelden van het Europees Parlement om aan de interinstitutionele onderhandelingen te beginnen.

Moeilijke trilogen door uiteenlopende standpunten

Als het Europees Parlement het JURI-rapport zoals het nu voorligt aanneemt, zal het Europees Parlement een standpunt innemen dat sterk afwijkt van dat van de Raad.

Over het algemeen gaat het Europees Parlement voor strengere verplichtingen en een ruimer toepassingsgebied dan in het oorspronkelijke Commissievoorstel. De Raad daarentegen leunt sterk aan bij het Commissievoorstel of opteert voor mildere verplichtingen en een beperkter toepassingsgebied.

Het beloven dus geen eenvoudige trilogen te worden.

> Standpunt Europees Parlement

Het Europees Parlement gaat voor strengere verplichtingen en een ruimer toepassingsgebied. Enkele aandachtspunten uit het JURI-rapport van rapporteur Wolters zijn de volgende:

  • Het toepassingsgebied van de onder de richtlijn vallende bedrijven wordt uitgebreid tot in de EU gevestigde bedrijven met meer dan 250 werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 40 miljoen euro, alsook moedermaatschappijen met meer dan 500 werknemers en een wereldwijde omzet van meer dan 150 miljoen euro. De regels zouden ook gelden voor ondernemingen van buiten de EU met een omzet van meer dan 150 miljoen euro indien ten minste 40 miljoen euro in de EU wordt gegenereerd.

  • Het rapport specifieert het soort sancties dat de lidstaten moeten opleggen aan bedrijven die hun verplichtingen niet nakomen. Europarlementariërs willen dat de boetes ten minste 5% van de netto wereldwijde omzet bedragen en dat bedrijven uit derde landen die zich niet aan de regels houden worden uitgesloten van overheidsopdrachten.

  • Om de naleving te vergemakkelijken zouden de lidstaten een nationale helpdesk moeten oprichten en zou de Commissie gedetailleerde richtsnoeren moeten opstellen.

  • De JURI-rapport voorziet in een versterking van de toegang tot de rechter voor slachtoffers en hun vertegenwoordigers. De bewijslast om aan te tonen dat een bedrijf zich niet aan de zorgvuldigheidseisen heeft gehouden, blijft wel bij de autoriteiten liggen.

  • Een verplichting voor bedrijfsleiders om een gedetailleerd actieplan uit te voeren dat in overeenstemming is met het Akkoord van Parijs. De bonussen van leiders van bedrijven met meer dan 1000 werknemers worden bovendien rechtstreeks gekoppeld aan de zorgvuldigheidsverplichtingen.

Algemene oriëntatie van de Raad

De Raad leunt sterk aan bij het Commissievoorstel of opteert voor mildere verplichtingen en een beperkter toepassingsgebied. Zaken waarin de Raad afwijkt van het oorspronkelijke Commissievoorstel zijn de volgende:

  • De regels zullen van toepassing zijn op de keten van activiteiten van een onderneming. Daarbij gaat het volgens de Raad vooral over de stroomopwaartse zakenpartners en in veel mindere mate de stroomafwaartse partners. De fase van het gebruik van de producten of diensten van de onderneming wordt buiten beschouwing gelaten.

  • De Raad voert een artikel in dat bedrijven toelaat om eerst voorrang te geven aan ernstige negatieve gevolgen van hun activiteiten en vervolgens de minder ernstige.

  • De Raad verschaft meer duidelijkheid over de voorwaarden voor aansprakelijkheid voor niet-naleving van de zorgvuldigheidsverplichtingen door een onderneming.

Hier vind je de volledige algemene oriëntatie van de Raad.

Achtergrond

Op 23 februari 2022 publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor een zorgvuldigheidsplicht voor ondernemingen, ook wel ‘due diligence’ genoemd. Dit voorstel voorziet in zorgplichtrichtlijnen voor zowel milieu- als mensenrechtenkwesties in de hele wereldwijde waardeketen. De gevolgen voor ondernemingen zijn niet te onderschatten.

Bedrijven die binnen het toepassingsgebied vallen moeten nieuwe zorgvuldigheidseisen in hun beleid opnemen en passende maatregelen nemen om negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu vast te stellen, te voorkomen, te beperken en te beëindigen. Ze zullen ook een klachtenprocedure moeten instellen en de doeltreffendheid van de zorgvuldigheidseisen controleren en bekendmaken.

Lees hier meer over het oorspronkelijke Commissievoorstel.