27 maart 2023 - door Celeste Wezenbeek
De onderhandelaars van de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement hebben een voorlopig politiek akkoord bereikt over het gebruik van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen in het zeevervoer (FuelEU Maritime).
In het voorlopige akkoord zijn doelstellingen vastgesteld om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met 80% te verminderen.
het akkoord bepaalt ook dat grote EU-havens tegen 2030 voldoende stroomcapaciteit beschikbaar moeten stellen voor passagiers- en containerschepen, die verplicht op een schone stroomvoorziening moeten worden aangesloten wanneer zij aanleggen.
De groene fractie betreurt dat ze er niet in geslaagd zijn om koolstofneutraliteit tegen 2050 te eisen.
In het voorlopige interinstitutionele akkoord zijn doelstellingen vastgesteld om de uitstoot van broeikasgassen (BKG) vanaf 2025 met 2% te verminderen voor schepen met een brutotonnage van meer dan 5.000 ton, in vergelijking met het niveau van 2020. De reductiedoelstellingen zullen stijgen tot 6% in 2030, 14,5% in 2035, 31% in 2040, 62% in 2045 en 80% in 2050. Bovendien hebben de interinstitutionele onderhandelingen geleid tot een streefcijfer van 2% voor het gebruik van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong vanaf 2034 indien het gebruik van die brandstoffen in 2030 minder dan 1% bedraagt.
De tekst, waarover lang is gediscussieerd, bepaalt ook dat grote EU-havens tegen 2030 voldoende stroomcapaciteit beschikbaar moeten stellen voor passagiers- en containerschepen, die verplicht op een schone stroomvoorziening moeten worden aangesloten wanneer zij aanleggen. Deze verplichting zal worden uitgebreid tot alle EU-havens in 2035. Deze bepaling zal echter alleen gelden voor schepen die meer dan twee uur aangemeerd liggen, tenzij wanneer er sprake is van een noodsituatie of wanneer de energie die aan boord van het schip wordt gebruikt reeds schone energie is. Er zijn uitzonderingen voor de ultraperifere gebieden, kleine eilanden en gebieden die economisch afhankelijk zijn van hun verbinding.
Ook zullen de broeikasgasemissiereductiefactoren verschillend zijn voor schepen die in gebieden met ijs varen. Verschillende lidstaten, waaronder Finland, hebben sinds het begin van de besprekingen over dit onderwerp op deze bepaling aangedrongen. Er is ook een bepaling opgenomen om ervoor te zorgen dat de Europese Commissie de regels tegen 2028 opnieuw bekijkt en beslist of het al dan niet nodig is de vereisten uit te breiden tot kleinere schepen of het aandeel van de energie die wordt gebruikt door schepen uit niet-EU-landen te verhogen.
Terwijl het Zweedse voorzitterschap van de Raad van de EU en de EVP-Fractie tevreden zijn met het voorlopige akkoord, vindt de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie dat de tekst ambitie mist. "We betreuren dat we er niet in geslaagd zijn om koolstofneutraliteit tegen 2050 te eisen." Het akkoord behield de doelstelling om tegen die datum een reductie van 80% te bereiken. De maritieme sector is verantwoordelijk voor 2,5% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Zonder ingrijpen en bij het huidige groeitempo van de sector, zouden deze emissies kunnen toenemen met 250% tegen 2050, aldus de fractie.