Digitale vaardigheden en competenties: klaar voor het digitale tijdperk

23 november 2023 - door Kristof Vlaeminck

De Raad van de EU heeft een reeks aanbevelingen aangenomen die moeten leiden tot het succesvol aanbieden van digitaal onderwijs en digitale opleidingen. Deze moeten eveneens het aanbodvan digitale vaardigheden en competenties verbeteren in het onderwijs en opleidingen.

  • Met dit pakket komt de Raad van de EU tegemoet aan de noodzaak om het onderwijs geschikt te maken voor een echte digitale transformatie.

  • Dit zal de EU burgers in staat stellen om de nodige vaardigheden en competenties aan te leren die in deze nieuwe realiteit nodig zijn - en zullen zijn.

  • Binnen vijf jaar zal de Europese Commissie een verslag opstellen over de voortgang van de implementatie van de Aanbevelingen en aan de Raad van de EU voorleggen.

Vier op de vijf mensen dienen tegen 2030 over digitale basisvaardigheden te beschikken.

De COVID-19 pandemie heeft de noodzaak benadrukt dat de digitale paraatheid in onderwijs- en opleidingsstelsels moeten verbeteren en zo een bijdrage leveren aan de toegankelijkheid, de kwaliteit en de inclusiviteit. In lijn met het Digitale Decennium (Digital Decade) streeft de Europese Unie ernaar dat tegen 2030 minstens 80% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar over digitale basisvaardigheden beschikt.

In deze context en in het kader van het Europees Jaar van de Vaardigheden (European Year of Skills) is het nu meer dan ooit relevant om de focus te leggen op de behoeften van het onderwijs en opleiding met betrekking tot digitale transformatie. Dit vereist actie op alle onderwijsniveaus (van kleuteronderwijs tot en met volwasseneneducatie), met een levenslang leren-perspectief, en moet inclusief zijn voor alle bevolkingsgroepen (jongeren, volwassenen en professionals).

Digitale vaardigheden en competenties

In de Aanbeveling van de Raad over digitale vaardigheden en competenties worden de lidstaten opgeroepen om overeenstemming te bereiken over nationale en, waar passend, regionale strategieën of strategische benaderingen voor digitaal onderwijs en digitale vaardigheden en competenties. De EU lidstaten worden verzocht om:

  • Nationale doelstellingen voor het aanbieden van deze vaardigheden en competenties vaststellen of herzien.

  • Maatregelen gericht op "prioritaire of moeilijk te bereiken groepen" nemen.

  • Digitale vaardigheden en competenties in basis- en middelbaar onderwijs versterken.

  • Het bevorderen van het transversaal onderwijzen van digitale vaardigheden in verschillende vakken.

  • Digitale vaardigheden en competenties voor alle studenten in hoger onderwijs verbeteren door het aanbieden van leermogelijkheden op verschillende niveaus en vakgebieden.

  • Volwassenen de kans geven digitale vaardigheden te verwerven en het tekort aan ICT-professionals aanpakken.

Succesvol digitaal onderwijs en succesvolle digitale opleidingen

Tegelijkertijd richt de Aanbeveling van de Raad over de sleutelfactoren voor succesvol digitaal onderwijs en succesvolle digitale opleidingen zich op de vraag hoe onderwijs- en opleidingsstelsels geschikt kunnen worden gemaakt voor het digitale tijdperk. Door de werking van technologie te begrijpen, wil men de EU burger in staat stellen om deze op een een creatieve, veilige en verantwoorde manier te gebruiken. De lidstaten worden onder meer opgeroepen om volgende acties uit te voeren:

  • Integratie van digitale technologieën in het onderwijs en het ondersteunen van docenten om ze effectief te gebruiken.

  • Ondersteuning van de ontwikkeling van digitale onderwijstools, inclusief onderzoek naar de impact van kunstmatige intelligentie.

  • Implementatie van cybersecurity maatregelen in het onderwijs en de training, met inbegrip van bewustmakingsinitiatieven.

  • Investeringen in connectiviteit, digitale infrastructuur en digitale toegankelijkheid in zowel het onderwijs als de training.

Volgende stappen

Beide Aanbevelingen zijn aangenomen door de Raad van de EU en zullen in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gepubliceerd. De Europese Commissie zal toezien op de uitvoering van de Aanbevelingen in de lidstaten. Binnen vijf jaar zal ze een verslag opstellen en aan de Raad van de EU voorleggen.