Raad Telecommunicatie: wat stond er op de agenda?

15 juni 2022

Op 3 juni kwam de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (Telecommunicatie) samen. Tijdens deze Raad bespraken de ministers verschillende Europese dossiers. Hieronder lees je de voornaamste resultaten uit de besprekingen.

  • Commissaris Thierry Breton benadrukt het enorme belang van het AI-dossier en vraagt om goed door te werken.

  • Verdeeldheid onder de lidstaten over het Europees kader voor een digitale identiteit.

  • De Raad identificeerde verschillende kwesties die volgens hen in de toekomst verder onderzocht moeten worden door experts.

Artificiële intelligentie boekt weinig vooruitgang

Commissaris Thierry Breton nam het woord tijdens de Raad over dit dossier en uitte zijn tevreden over de reeds geboekte vooruitgang. Hij benadrukte echter het belang om door te werken aan deze verordening, gezien de hoge verwachtingen ervan. Verder ondersteunde de Commissaris met betrekking tot biometrische identificatie de aanpak van het Frans voorzitterschap om het evenwicht te bewaren tussen de bescherming van burgers enerzijds en de nood om groei, concurrentievermogen en innovatie te ondersteunen in de EU anderzijds.

Verschillende lidstaten, waaronder België, namen het woord. Zo juichte België de inspanningen van het Franse voorzitterschap tot dusver toe, maar benadrukte ons land dat de huidige definities niet voldoende duidelijke criteria bieden, met name wat betreft het onderscheid tussen AI en meer traditionele software. Ook Malta, Denemarken en Finland maakten opmerkingen over de definities.

Wat de veiligheidsautoriteiten betreft, benadrukte België dat er meer duidelijkheid moet komen over de manier waarop de regels van toepassing zullen zijn op specifieke gebieden, zoals gezondheid, bankwezen, verzekeringen of wetshandhaving. Ook benadrukte het dat de gevolgen van de verordening voor alle sectoren moeten worden beoordeeld, met name voor kmo’s.

De ministers keurden het voortgangsverslag (nog niet beschikbaar) van het Frans voorzitterschap goed. Onder het Tsjechische voorzitterschap zal verder worden gewerkt aan dit dossier.

Lees hier meer over de laatste stand van zaken in het Europees Parlement over dit dossier.

Tsjechisch voorzitterschap belast met Europees kader voor digitale identiteit

De Raad besprak de vooruitgang van de European Digital Identity Wallet (EDIW), wat de eIDAS-verordening wijzigen. Hieronder vind je een aantal aspecten die in het voortgangsverslag zijn opgenomen (zie bijlage).

Uit het verslag blijkt dat sommige lidstaten de EDIW als identificatiemiddel zelf ondersteunden, alsook de oprichting van een nieuwe vertrouwensdienst. Anderen daarentegen benadrukten dat de EDIW in synergie moet zijn met de nationale elektronische identificatiemiddelen. Enkele lidstaten vroegen zich ook af of een nieuwe vertrouwensdienst voor het verstrekken van elektronische attributenverklaringen (zoals adressen, gezinssamenstelling…) wel wenselijk is, aangezien de toegevoegde waarde van deze dienst beperkt lijkt. Zij vroegen daarom aan het Frans voorzitterschap om de rol van de overheidssector in deze nieuwe dienst te verduidelijken. Voorts heeft het Franse voorzitterschap de artikels over aansprakelijkheid en bewijslast voor aanbieders van vertrouwensdiensten opnieuw opgenomen. Dit werd namelijk door de lidstaten als een essentieel punt beschouwd om de geloofwaardigheid van het systeem te waarborgen.

De ministers steunden de belangrijkste doelstellingen van het voorstel en keurden het voortgangsverslag (nog niet beschikbaar) goed. Onder het Tsjechische voorzitterschap zal verder worden gewerkt aan dit dossier.

Op het einde van de bespreking van dit dossier onderstreepte Commissaris Thierry Breton in zijn betoog dat de EDIW zeer veilig moet zijn en de persoonsgegevens die eraan gekoppeld zijn, moet beschermen. Bovendien benadrukte hij dat de EDIW onder de volledige controle van de gebruikers moet staan.

Lees hier meer over de laatste stand van zaken in het Europees Parlement in dit dossier. 

Datawet

De Raad besprak de vooruitgang in de ‘Verordening voor geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot een eerlijk gebruik van data’ (datawet) en verleenden hun steun aan de belangrijkste doelstellingen. In het goedgekeurde voortgangsverslag staat te lezen dat de discussies in de Werkgroep telecommunicatie en informatiemaatschappij nog in de beginfase zitten en het voorstel de volgende maanden verder besproken zal worden. 

Binnen het Europees Parlement was ITRE aanvankelijk aangeduid als bevoegde commissie, maar men is echter nog bezig met het nemen van een besluit over de bevoegdheden en de wijze van deelneming van andere commissies (LIBE, JURI en IMCO). Daarnaast verwelkomden de meeste lidstaten het voorstel, maar hebben ze ook verschillende kwesties geïdentificeerd die volgens hen in de toekomst verder onderzocht moeten worden door experts, waaronder:

  • het toepassingsgebied, namelijk waarom de Commissie het gebied heeft beperkt tot IoT-gegevens;

  • definities;

  • de verhouding tussen het voorstel en bestaande horizontale en sectorale wetgeving (zoals GDPR en DGA);

  • het internet van de dingen (IoT) gegevens;

  • het delen van gegevens tussen bedrijven en overheden (B2G) op basis van een uitzonderlijke behoefte, waarbij de lidstaten vragen om de definitie ‘uitzonderlijke behoefde’ te herbekijken;

  • en het schakelen tussen gegevensverwerkingsdiensten.

Tot slot gaf Commissaris Breton mee dat de Commissie hoopt dat de interinstitutionele onderhandelingen in 2023 van start kunnen gaan en deelden Nederland, Finland en Italië hun bezorgdheden.

Lees het voortgangsverslag in bijlage.

Digitale en groene transitie

De ministers hielden op basis van een nota van het voorzitterschap een oriënterend debat over de digitale en groene transitie. Ze bespraken hoe kan worden gemeten en beoordeeld welke gevolgen digitale technologie heeft voor het milieu en hoe de ontwikkeling van duurzame digitale technologie kan worden ondersteund.

Het debat ging met name over de mogelijkheid om op Europees niveau methoden in te voeren om de ecologische voetafdruk van digitale technologie te meten. De ministers bespraken ook welke concrete doelstellingen Europa tussen nu en 2030 moet vaststellen en welke hefbomen prioriteit moeten krijgen om de belangrijkste milieukosten­factoren van digitale technologie aan te pakken en toepassingen en diensten aan te moedigen die bevorderlijk zijn voor de groene transitie.

Ze benadrukten dat een slim gebruik van schone digitale technologieën weliswaar een cruciale factor kan zijn voor klimaatactie, milieu­duurzaamheid en de verwezenlijking van de duurzame­ ontwikkelings­doelstellingen van de VN, maar dat de ICT-sector dan ook moet zorgen voor een ecologisch verantwoord ontwerp en gebruik van digitale netwerken, technologieën en producten.

Varia

Het voorzitterschap lichtte de stand van zaken in de Raad toe met betrekking tot de e-privacyrichtlijn en de lopende onderhandelingen erover met het Parlement.

Wat betreft het ‘Traject naar het digitale decennium’ werden de ministers geïnformeerd over het mandaat voor onderhandelingen met het Parlement dat op 11 mei 2022 werd goedgekeurd door Coreper.

Het voorzitterschap informeerde de ministers ook over het voorlopig akkoord met het Parlement van 12 mei 2022 over de NIS 2-richtlijn. Lees hier meer.

Voorts werd de stand van zaken met betrekking tot de Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium toegelicht.


Bron: persbericht van de Raad Telecommunicatie van 3 juni

Attachment(s)