24 november 2023 - door Kristof Vlaeminck
Slechts 15% van de jongeren heeft een studie, opleiding of stage in een ander EU-land heeft gevolgd. Om dit cijfer te verbeteren, heeft de Europese Commissie een voorstel voor een aanbeveling van de Raad van de EU gedaan om het huidige EU-kader voor leermobiliteit te actualiseren.
Dit voorstel is een belangrijke bouwsteen van de Europese onderwijsruimte (European Education Area - EEA).
Doelstelling is om leermobiliteit een integraal onderdeel van alle onderwijs- en opleidingstrajecten te maken. Hierdoor zal het percentage EU burgers dat gebruik maakt van een leerperiode in het buitenland verhogen en het aandeel van kansarmen, waaronder mensen met een handicap, in de leermobiliteit vergroten.
De aantrekkelijkheid van de EU als leerbestemming voor talenten uit derde landen moet dankzij dit voorstel verhogen.
Ten minste 25% van de afgestudeerden in het hoger onderwijs moet een leermobiliteitservaring hebben (nu is dit 20%).
Ten minste 15% van de lerenden in het beroepsonderwijs moet gebruik maken van leermobiliteit naar het buitenland, tegenover het vorige streefcijfer van 8% voor 2025.
Ten minste 20% van alle lerenden die profiteren van leermobiliteit in het buitenland - in alle onderwijs- en opleidingsstelsels en jeugd- en sportstelsels - moeten kansarme burgers zijn.
Outreach- en bewustmakingsactiviteiten, beter talenonderwijs, erkenning van leerresultaten, overgang naar de arbeidsmarkt en arbeidsmobiliteit zijn voorbeelden van maatregelen die de belemmering kunnen wegnemen om van een leermobiliteit te genieten.
Er wordt ook aandacht besteed aan nieuwe leerpatronen, waaronder de verspreiding van digitale hulpmiddelen en meer milieuvriendelijke mobiliteit. Er wordt ook voortgebouwd op de ervaringen die zijn opgedaan met bestaande uitwisselingsprogramma's zoals Erasmus+.
Meer informatie kan je hier terugvinden.