25 mei 2023 - door Celeste Wezenbeek
Tijdens een vergadering van de werkgroep intermodaal vervoer heeft het Zweedse voorzitterschap van de Raad van de EU nieuwe compromissen voorgesteld met betrekking tot de herziening van de regels voor het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T). De interinstitutionele onderhandelingen lopen sinds medio april, het Europees Parlement heeft haar standpunt reeds bepaald.
De compromissen zijn gebaseerd op de tekst van de algemene oriëntatie van de Raad van de EU.
De tekst bepaalt dat de ontwikkeling en de exploitatie van het TEN-T op een hulpbronnenefficiënte manier moeten geschieden.
Er zal ook rekening worden gehouden met de geopolitieke context.
Volgens het document hebben de voorgestelde compromissen betrekking op een tiental artikelen. Deze compromissen zijn gebaseerd op de tekst van de algemene oriëntatie van de Raad van de EU. De eerste compromissen betreffen de definitie van bepaalde termen. In de term "actieve modi" wilde het Europees Parlement "een combinatie van een elektrische motor en menselijke energie" opnemen, terwijl de Raad van de EU "elektrische hulpaandrijving" had toegevoegd. Het voorzitterschap stelde daarom voor "actieve vervoerswijzen" te definiëren als "het vervoer van personen of goederen met niet-gemotoriseerde middelen, op basis van menselijke fysieke activiteit, met inbegrip van voertuigen met elektrische hulpaandrijving". Voor de term "ICT-systemen voor vervoer" stelde het voorzitterschap eveneens voor zich aan te sluiten bij het standpunt van het Europees Parlement door "ruimtevaarttechnologieën op te nemen die [...] de gegevens en informatie mogelijk maken die nodig zijn voor het beheer van infrastructuur, mobiliteit en verkeer op het trans-Europese vervoersnetwerk doeltreffend kunnen worden verwerkt, opgeslagen en uitgewisseld".
Tot slot stelde het voorzitterschap voor de voorstellen van elk van de instellingen samen te voegen betreffende de definitie van de term "projectvergunningsbesluit". Volgens dit voorstel kenmerkt deze term "het besluit of de reeks besluiten, die van administratieve aard kunnen zijn, die gelijktijdig of achtereenvolgens door een instantie of door instanties van een lidstaat worden genomen [...] en die bepalen of een projectontwikkelaar al dan niet gerechtigd is het project in het betrokken geografische gebied uit te voeren op het kernnetwerk, het uitgebreide kernnetwerk, onverminderd een besluit dat in het kader van een administratieve of gerechtelijke beroepsprocedure wordt genomen".
Met betrekking tot artikel 5 bepaalt de tekst dat de planning, de ontwikkeling en de exploitatie van het TEN-T op een hulpbronnenefficiënte manier moeten geschieden. Deze ontwikkeling hangt echter af van bepaalde factoren die niet in het oorspronkelijke voorstel stonden en die het voorzitterschap op basis van suggesties van de institutionele onderhandelaars heeft voorgesteld toe te voegen. Er zal niet alleen rekening worden gehouden met de veerkracht van het TEN-T en zijn infrastructuur met betrekking tot klimaatverandering, natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, maar ook met de geopolitieke context. Op verzoek van de Raad van de EU is voorgesteld dat de lidstaten bij de planning en ontwikkeling van het TEN-T het gedetailleerde tracé van de trajecten kunnen aanpassen aan "de bijzondere omstandigheden in de verschillende delen van de Unie, zoals topografische kenmerken van de betrokken regio's en milieuoverwegingen".
Tot slot stelde het voorzitterschap voor het onderhoud op te nemen in het toepassingsgebied van projecten van (gemeenschappelijk)belang, hetgeen in overeenstemming is met de wensen van het Europees Parlement.
Bekijk hier de volledige tekst.