15 november 2023 - door Veronique Vennekens
Matthias De Moor is de nieuwe Diplomatiek Vertegenwoordiger van Vlaanderen bij de Europese Unie. Hij volgt Axel Buyse op, die met pensioen is gegaan. Matthias De Moor heeft zich gedurende enkele maanden vertrouwd kunnen maken met de nieuwe functie onder leiding van Axel Buyse. Maar sinds enkele weken vervult hij de positie van Diplomatiek Vertegenwoordiger alleen.
Wij spraken met Matthias De Moor, kersvers Diplomatiek Vertegenwoordiger van Vlaanderen bij de EU.
De keuze om "ja" te zeggen was reeds lange tijd voor het aanbod gemaakt. In zekere zin toen ik me inschreef voor de selectieproeven voor de functie van Vlaams diplomatiek vertegenwoordiger, ongeacht de precieze post waar ik zou kunnen terechtkomen. Maar tegelijk kwam die brandende "ja" ook reeds tot uiting bij mijn keuzes om studies rond internationaal conflict en ontwikkelingshulp door te lopen in Gent, om internationale relaties te gaan studeren in Wenen, en om bij het departement Omgeving te gaan werken voor de opvolging van internationale milieu-, klimaat- en energiedossiers.
De functie van Diplomatiek Vertegenwoordiger bij de EU blijft, ook in het verlengde van dit alles, uiteraard een unieke uitdaging. De EU heeft voor Vlaanderen een niet te onderschatten belang, zowel op wet- en richtinggevend vlak inzake onze bevoegdheden, als op financieel vlak. Die rechtstreekse band komt bij uitstek tot uiting in de werking van onze vertegenwoordiging, waar ik het EU beleid nauw kan opvolgen en ook mee gestalte kan geven, vanuit de unieke Vlaamse invalshoek.
Bijdragen aan de legitimiteit van dat mooie Europese project omdat ook Vlaanderen er zich in kan vinden en er de vruchten van plukt, lijkt me zowel zinvol als noodzakelijk werk waar ik met veel enthousiasme mijn schouders onder zet.
In deze functie kom je terecht in een machine waar de Vlaamse bevoegdheden, thematisch heel gevarieerd, samenkomen. Achter deze bevoegdheden schuilen enerzijds belangen en anderzijds een rijkdom aan expertise, en het is mee mijn taak om deze beide elementen maximaal ingang te doen vinden bij de onderhandelingen, nota's, verdragen en alle andere processen binnen de Europese machinekamers. Mijn verwachting en streven is dat dit verder goed blijft plaatsvinden, en nog beter loopt waar daar marge voor is.
Voor ik in deze functie begon werd ik door mijn voorganger, Axel Buyse, ingelicht dat ik zou terechtkomen in een ijzersterk team. Dit creëerde uiteraard ook zekere verwachtingen bij mij. Zowel de adjunct-vertegenwoordiger Sarina Motmans als ons team van een twintigtal attachés met elk hun specifieke expertise hebben deze verwachtingen overtroffen. Daarbij komt dan nog het team EU en Handel en het bredere departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken, die sterke inhoudelijke ondersteuning bieden en mee de juiste richting aanwijzen. Voorts kan ik bouwen op een goede samenwerking met de andere bewoners van de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU, de federale collega's en die van de andere gemeenschappen en gewesten. De randvoorwaarden om Vlaanderen op de Europese kaart te zetten, de positie van Vlaanderen binnen België aan de Europese partners te verduidelijken, en tegelijk de Vlaamse Regering en het Vlaamse Parlement te informeren over de opportuniteiten en uitdagingen die zich Europees manifesteren, zijn hiermee alvast erg goed ingevuld.
Mijn eerste weken waren vooral een reeks kennismakingen met de vele nieuwe collega's waar ik de komende jaren mee zal samenwerken, alsook contacten binnen de zogenaamde Europese bubbel, gaande van collega-vertegenwoordigers, parlementairen of belanghebbenden met elk hun specifieke interesseveld. Naast het leren kennen van mensen, heb ik de eerste weken gebruikt om me meer vertrouwd te maken met de verschillende coördinatie-processen die er lopen op Vlaams, Belgisch en Europees niveau. Een kluwen, maar naarmate je daar in meedraait kan je het ook steeds beter ontrafelen.
Ik wist uit mijn vorige functie dat de lopende onderhandelingen over Fit for 55, het pakket aan Commissievoorstellen die sterke klimaatinspanningen vragen van de lidstaten, de nodige aandacht zouden vragen. Wat ik uiteraard niet wist was dat ik na amper twee maanden in mijn nieuwe functie ook te maken zou krijgen met oorlog. De Russische inval in Oekraïne en het aanhoudende conflict werd bliksemsnel een prioriteit voor de Europese Unie en ook voor ons, met vele inspanningen rond sanctiepakketten, vluchtelingenopvang, financiële en militaire steun aan Oekraïne, voedselzekerheid, energieonafhankelijkheid en inflatie, elk met een impact op en inbreng van Vlaanderen.
Met het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie komt er in de eerste helft van 2024 een unieke periode aan. Een groot deel van de inzet, naast de zaken die ik eerder beschreef, ligt in de intense voorbereiding die daar ook vanuit Vlaanderen voor nodig is. Het wordt een moment waarop alle werkzaamheden tot -minstens- de tweede macht worden verheven en de Vlaamse diplomatie boven zichzelf kan uitstijgen. Maar hiertoe dienen op voorhand heel wat paden geëffend en deuren geopend worden, waaronder het nog meer inzetten op rechtstreekse contacten tussen de Vlaamse Regering en de Europese instellingen, met bijzondere aandacht voor de Europese Commissie, alsook het verder optimaliseren en versterken van de samenwerking binnen de Permanente Vertegenwoordiging, en daarbuiten.
VLEVA en de VVEU zijn meer dan enkel goede buren, maar tevens natuurlijke partners in het dichter bij elkaar brengen van Vlaanderen en de EU. Bij mijn eerste contacten kwam VLEVA op mij over als een heel erg enthousiaste en dynamische organisatie, die als geen ander belanghebbenden met een gerichte interesse in de EU kan samenbrengen en daar ook waardevolle inzichten uit destilleert. Van onze kant, de VVEU, komen uiteraard op de eerste plaats de posities van de Vlaamse regering, maar ook de informatie en inzichten die we via onze werking verwerven binnen de Europese raadsformaties, de Permanente Vertegenwoordiging en onze bredere contacten binnen de Europese instellingen en de permanente vertegenwoordigingen die zich daarrond hebben gemanifesteerd. Ik kijk er dus erg naar uit om, zowel via informele evenementen als periodieke overlegmomenten, deze complementariteit ten volle te benutten.