Omnibus I - vereenvoudiging regels duurzaamheid

07 maart 2025 - door Liese Dewilde

Op woensdag 26 februari heeft de Europese Commissie het Omnibus I-pakket gepubliceerd in verband met duurzaamheid. 

  • Dit eerste omnibuspakket moet overlappende, onnodige of onevenredige regels aanpakken die onnodige lasten voor bedrijven in de EU met zich meebrengen. Een gunstiger ondernemingsklimaat zal bedrijven in staat stellen te groeien, kwaliteitsbanen te creëeren, investeringen aan te trekken en de nodige middelen te verzamelen voor het behalen van de Green Deal-ambities. 

  • Dit pakket omvat verregaande vereenvoudiging op het gebied van duurzaamheidsrapportage (CSRD), due diligence (CSDDD), de EU-taxonomie en het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM)

  • Het Omnibus I-pakket omvat verschillende wetgevingsvoorstellen en een voorstel voor gedelegeerde handeling. De wetgevende voorstellen gaan naar het Europees Parlement en de Raad voor behandeling. Er wordt geconsulteerd over de gedelegeerde handeling. 

Omnibus vereenvoudigingspakket 


De EU moet een gunstig ondernemingsklimaat bevorderen en ervoor zorgen dat bedrijven niet worden verstikt door buitensporige regelgevingslasten. Dit is nodig om ons concurrentievermogen en groei te stimuleren. 

De Europese Commissie herbekijkt daarom sommige EU-regels op een groeivriendelijke manier, zodat onze beleidsdoelstellingen kosteneffectiever kunnen worden verwezenlijkt. Deze Europese Commissie heeft een duidelijke doelstelling om een ongekende vereenvoudigingsinspanning te leveren.  Ze ambieert om de administratieve lasten vóór het einde van het mandaat met ten minste 25% en voor kmo's met ten minste 35% te verminderen.

De Europese Commissie zal tijdens haar mandaat verschillende Omnibus-pakketten voorstellen. Deze pakketten zullen overlappende, onnodige of onevenredige regels aanpakken die onnodige lasten voor EU-bedrijven met zich meebrengen.

Omnibus I - focus op duurzaamheid 


Op 26 februari 2025 werden de eerste omnibus-pakketten voorgesteld: Omnibus I en Omnibus II. Deze eerste omnibus-pakketten omvatten een verregaande vereenvoudiging op het gebied van duurzaamheidsrapportage, duurzaamheid due diligence, de EU-taxonomie, het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens en Europese investeringsprogramma's.

Omnibus I legt de focus op vereenvoudiging rond duurzaamheid. Concreet stelt het Omnibus I-pakket wijzigingen voor van: 

  • De richtlijn duurzaamheidsrapportage (CSRD - Corporate Sustainability Reporting Directive) 

  • De due diligence richtlijn (CSDDD - Corporate Sustainability Due Diligence Directive)

  • De EU-taxonomie  

  • Het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM - Carbon Border Adjustment Mechanism)

Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen toegelicht.


Heel concreet werden op 26 februari volgende initiatieven gepubliceerd in het kader van Omnibus I: 

  • Een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de richtlijn duurzaamheidsrapportage en de due diligence richtlijn (wetgevend)

  • Een voorstel dat de toepassing van alle rapportageverplichtingen in de richtlijn duurzaamheidsrapportage uitstelt voor bedrijven die in 2026 en 2027 moeten rapporteren (de zogenaamde golf 2 en 3 bedrijven) en dat de omzettingstermijn en de eerste golf van toepassing van de due diligence richtlijn met een jaar uitstelt tot 2028 (wetgevend)

  • Een voorstel voor een verordening tot wijziging van de verordening betreffende het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (wetgevend)

  • Een ontwerp van gedelegeerde handeling tot wijziging van de Taxonomy Disclosures en de Taxonomy Climate and Environmental gedelegeerde handelingen waarover een openbare raadpleging wordt gehouden (niet-wetgevend)


Belangrijkste wijzigingen in de CSRD (richtlijn duurzaamheidsrapportage) 


  • Beperking van het toepassingsgebied van rapporterende ondernemingen: De rapportageverplichtingen zouden alleen gelden voor grote ondernemingen met meer dan 1000 werknemers en een omzet van meer dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van meer dan 25 miljoen euro. Het aantal ondernemingen in het toepassingsgebied wordt zo met ongeveer 80% verminderd. Het nieuwe toepassingsgebied zal nauwer aansluiten bij de belangrijkste toepassingsdrempels van de due diligence richtlijn.


  • Waardeketenplafond: Voor bedrijven die niet meer onder het toepassingsgebied van de CSRD zullen vallen (tot 1000 werknemers), zal de Commissie bij gedelegeerde handeling een vrijwillige rapportagenorm vaststellen op basis van de door EFRAG ontwikkelde norm voor kmo's (VSME - voluntary reporting standard for SMEs). Bedrijven of banken die wel onder het toepassingsgebied van de CSRD vallen, mogen van bedrijven in hun waardeketens die niet onder het toepassingsgebied vallen, niet meer informatie vragen dan de info die zij verzamelen op basis van de vrijwillige rapportagenorm. De VSME geldt dus als een soort schild of plafond.


  • Verbintenis van de Commissie om de Europese normen voor duurzaamheidsverslaglegging (ESRS - European Sustainability Reporting Standards) te herzien: De Commissie zal de gedelegeerde handeling tot vaststelling van de ESRS herzien. De doelstellingen: het aantal gegevenspunten aanzienlijk verminderen, onduidelijke bepalingen verduidelijken en consistentie met andere wetgeving verbeteren.


  • Schrapping van de bevoegdheid om sectorspecifieke normen vast te stellen


  • Schrappen van de norm voor redelijke zekerheid: Het voorstel schrapt de mogelijkheid voor de Commissie om voor te stellen over te stappen van een beperkte zekerheidseis (limited assurance requirement) naar een redelijke zekerheidseis (reasonable assurance requirement).


  • Uitstel van rapportageverplichtingen: Er wordt voorgesteld de inwerkingtreding van de rapportageverplichtingen met 2 jaar uit te stellen voor grote ondernemingen die nog niet zijn begonnen met de tenuitvoerlegging van de richtlijn en voor beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen (golf 2 en 3). Dit moet de medewetgevers de tijd geven om in te stemmen met de door de Commissie voorgestelde inhoudelijke wijzigingen.


Het omnibusvoorstel verandert niets aan het 'dubbele materialiteit perspectief'. Bedrijven die nog onder het toepassingsgebied vallen, moeten dus blijven rapporteren over hoe duurzaamheidsrisico's hun bedrijf beïnvloeden én over hun eigen impact op mens en milieu.


Belangrijkste wijzigingen in de CSDDD (due diligence richtlijn) 


  • 1 jaar uitstel van de omzettingstermijn en de eerste fase van toepassing. De Commissie wil bedrijven meer tijd geven om zich voor te bereiden op de uitvoering van het nieuwe kader door de omzettingstermijn en de eerste fase van de due diligence vereisten (die betrekking hebben op de grootste bedrijven) met een jaar uit te stellen (tot 26 juli 2028). In de tussentijd worden de noodzakelijke richtsnoeren van de Commissie vervroegd naar juli 2026. Zo kunnen bedrijven meer voortbouwen op best practices en moeten ze minder beroep doen op juridisch advies en adviesdiensten.


  • Bedrijven ontslaan van de verplichting om systematisch grondige beoordelingen uit te voeren van nadelige gevolgen die zich (kunnen) voordoen in vaak complexe waardeketens op het niveau van indirecte zakelijke partners. De Commissie vereist alleen volledige due diligence met betrekking tot de waardeketen voorbij de directe zakelijke partner in gevallen waarin het bedrijf plausibele informatie heeft die erop wijst dat daar nadelige gevolgen zijn ontstaan of kunnen ontstaan.


  • Vereenvoudiging van andere aspecten van due diligence vereisten zodat grote bedrijven onnodige complexiteit en kosten vermijden. 

    • Verlenging van de intervallen tussen twee regelmatige periodieke beoordelingen en updates van één jaar tot vijf jaar. Tegelijk verduidelijkt de Commissie dat een bedrijf de implementatie van zijn due diligence maatregelen moet beoordelen en deze moet bijwerken wanneer er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de maatregelen niet langer adequaat of effectief zijn. 

    • Stroomlijning van de verplichtingen met betrekking tot de betrokkenheid van belanghebbenden. 

    • Schrapping van de verplichting om de zakelijke relatie te beëindigen als laatste redmiddel.


  • Beperking van het trickle-down effect door de informatie die bedrijven binnen het toepassingsgebied mogen vragen van hun kmo- en small midcap-zakenpartners (d.w.z. bedrijven met niet meer dan 500 werknemers) te beperken tot de informatie die is gespecificeerd in de VSME-standaard. Deze beperking is van toepassing tenzij ze aanvullende informatie nodig hebben om de mapping uit te voeren (bijvoorbeeld over effecten die niet onder de standaarden vallen) en ze die informatie niet op een andere redelijke manier kunnen verkrijgen.


  • Niet-afwijken van de verschillende nationale wettelijke aansprakelijkheidsregelingen. De geharmoniseerde EU-voorwaarden voor wettelijke aansprakelijkheid worden geschrapt. De verplichting voor lidstaten met betrekking tot representatieve acties door vakbonden of ngo's wordt ingetrokken. Het wordt aan het nationale recht overgelaten om te bepalen of zijn bepalingen inzake burgerlijke aansprakelijkheid voorrang hebben op anders toepasselijke regels van het derde land waar de schade zich voordoet.


  • De eisen inzake de vaststelling van transitieplannen voor klimaatmitigatie in overeenstemming brengen met de CSRD.


  • De maximale harmonisatie uitbreiden tot meer bepalingen betreffende de kern due diligence-verplichtingen om beter een gelijk speelveld te waarborgen in de hele EU.


  • Schrappen van de herzieningsclausule inzake het opnemen van financiële diensten in het toepassingsgebied van de due diligence-richtlijn.



Belangrijkste wijzigingen in de EU-taxonomie 


Het omnibuspakket omvat enerzijds wijzigingen van de CSRD met betrekking tot taxonomierapportage in afwijking van artikel 8 van de Taxonomieverordening en anderzijds stelt de Commissie ontwerpwijzigingen voor van de gedelegeerde handelingen inzake informatieverschaffing over taxonomieën en klimaat en milieu.

Voor bedrijven die onder het toekomstige toepassingsgebied van de CSRD vallen (grote bedrijven met meer dan 1000 werknemers) en een netto-omzet van maximaal 450 miljoen euro hebben, voorziet het omnibusvoorstel in vrijwillige taxonomierapportage

Bovendien kunnen bedrijven die vooruitgang hebben geboekt op het gebied van duurzaamheidsdoelstellingen, maar alleen voldoen aan bepaalde eisen van de EU-taxonomie, ervoor kiezen om vrijwillig te rapporteren over hun gedeeltelijke overeenstemming aan de taxonomie. Zo kunnen ze hun bestaande inspanningen en vooruitgang op weg naar volledige overeenstemming aantonen en erkenning krijgen voor hun inzet voor duurzaamheid. Het omnibusvoorstel geeft de Commissie ook de opdracht om gedelegeerde handelingen te ontwikkelen om te zorgen voor standaardisering wat betreft de inhoud en presentatie van de verslaglegging. 


De Commissie publiceert ook ter raadpleging ontwerpwijzigingen van de gedelegeerde handeling inzake informatieverschaffing over de taxonomie en de gedelegeerde handelingen inzake de taxonomie op het gebied van klimaat en milieu. Die moeten: 

  • de rapportage templates vereenvoudigen, wat leidt tot een vermindering van het aantal gegevenspunten met bijna 70%.

  • bedrijven vrijstellen van de beoordeling of hun economische activiteiten in aanmerking komen voor de taxonomie en deze op elkaar af te stemmen als ze financieel niet van wezenlijk belang zijn voor hun bedrijf (bv. activiteiten die niet meer bedragen dan 10% van hun totale omzet, kapitaaluitgaven of totale activa).

De Commissie stelt ook wijzigingen voor van de belangrijkste kernprestatie-indicatoren van financiële instellingen, met name de groene activa ratio (GAR - Green Asset Ratio) voor banken

De Commissie vraagt ook om feedback over twee alternatieve opties voor de vereenvoudiging van de meest complexe ‘geen significante schade toebrengen’-criteria (Do No Significant Harm-criteria) voor de preventie en bestrijding van verontreiniging in verband met het gebruik en de aanwezigheid van chemische stoffen die horizontaal van toepassing zijn op alle economische sectoren in het kader van de EU-taxonomie. 


Belangrijkste wijzigingen voor CBAM (mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens)


Het Omnibus-I pakket heeft als doel om CBAM te vereenvoudigen en versterken. Ze zijn erop gericht om 90% van de betrokken bedrijven vrij te stellen van de rapporteringsverplichtingen, terwijl toch 99% van de C02-emissies wordt gedekt. De voorgestelde vereenvoudigingen weerspiegelen de inzichten die zijn verzameld tijdens de overgangsperiode, die van kracht is sinds oktober 2023. Het blijkt namelijk dat een beperkt aantal importeurs verantwoordelijk is voor meer dan 99% van de broeikasgasemissies van ingevoerde goederen. Een beperking van het toepassingsgebied zorgt dus voor vereenvoudiging voor vrijgestelde bedrijven, zonder dat geraakt wordt aan de doelstellingen van het initiatief. 


  • De voorgestelde wijzigingen vereenvoudigen de processen voor bedrijven en verminderen de administratieve rompslomp.


  • De wijzigingen zullen kleine importeurs vrijstellen van CBAM-verplichtingen, meestal kleine en middelgrote ondernemingen en particulieren. Dit zijn importeurs die kleine hoeveelheden CBAM-goederen invoeren, die zeer kleine hoeveelheden geïntegreerde emissies vertegenwoordigen die de EU binnenkomen vanuit derde landen.


  • De Commissie stelt maatregelen voor om de kleine occasionele invoer van CBAM-goederen, onder de maximumdrempel van 50 ton per jaar, te vereenvoudigen. Deze drempel komt overeen met gemiddeld ongeveer 80 ton CO2-equivalent per importeur. Voor deze importeurs zal geen enkele CBAM-verplichting meer gelden.


  • Voor de importeurs die onder het CBAM-toepassingsgebied blijven vallen, zullen de voorgestelde wijzigingen de naleving van de rapporteringsvereisten vergemakkelijken en gericht zijn op de vereenvoudiging van de autorisatie van de aangevers, de berekening van de emissies, de rapporteringsvereisten en de naleving van de financiële aansprakelijkheid.


  • Dit zal gepaard gaan met maatregelen om de CBAM doeltreffender te maken door de bepalingen tegen misbruik aan te scherpen en samen met de nationale autoriteiten een gezamenlijke antiontwijkingsstrategie te ontwikkelen.

De volgende stappen omvatten een volledige evaluatie van CBAM later dit jaar, om de mogelijke uitbreiding ervan naar andere ETS-sectoren, downstreamgoederen en indirecte emissies te beoordelen. De Commissie zal in dit verband ook onderzoeken hoe exporteurs van CBAM-producten die het risico lopen op koolstoflekkage, kunnen worden geholpen. Dit zal begin 2026 worden gevolgd door een wetgevingsvoorstel.


Resultaat 


Met deze voorstellen wordt het EU-regelgevingskader meer toegespitst op de grootste bedrijven. Dat zijn de bedrijven die naar alle waarschijnlijkheid een grotere impact op het klimaat en het milieu hebben. Alle bedrijven zullen baat hebben bij een minder complex regelgevingskader, maar met name kmo’s en small midcaps moeten de positieve gevolgen dragen

Als de voorstellen worden goedgekeurd en uitgevoerd zoals vandaag uiteengezet, zullen ze volgens de schattingen een totale besparing op de jaarlijkse administratieve kosten van ongeveer 6,3 miljard euro opleveren. Omnibus II (over vereenvoudiging van investeringen) mobiliseert bovendien een extra publieke en private investeringscapaciteit van 50 miljard euro om de beleidsprioriteiten te ondersteunen.


Volgende stappen 


De wetgevingsvoorstellen zullen nu ter overweging en goedkeuring aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd. De wijzigingen met betrekking tot de CSRD, CSDDD en CBAM zullen dan in werking treden zodra de medewetgevers overeenstemming hebben bereikt over de voorstellen en na publicatie in het Publicatieblad van de EU. De Commissie verzoekt de medewetgevers om dit omnibuspakket met prioriteit te behandelen.


Het ontwerp van gedelegeerde handeling tot wijziging van de huidige gedelegeerde handelingen in het kader van de Taxonomieverordening zal worden aangenomen na publieke feedback en zal van toepassing worden aan het einde van de toetsingsperiode door het Europees Parlement en de Raad.


Meer lezen