Europese prioriteiten voor 2024 van het Vlaamse middenveld

29 april 2024 - door Liese Dewilde

Meer dan ooit ervaren onze leden de grote impact van het Europese beleid op Vlaanderen.

In aantocht naar de Europese verkiezingen op 9 juni 2024 ondersteunt VLEVA zijn leden bij het kenbaar maken van hun EU-prioriteiten voor het volgende Europees Parlement en de Europese Commissie. VLEVA organiseerde daarvoor een bevraging over de Europese prioriteiten van het Vlaamse middenveld. 28 leden beantwoorden volgende vragen:

  1. Wat zijn de top 3 Europese prioriteiten van jouw organisatie voor het nieuwe Europees Parlement en de volgende Europese Commissie? 

  2. Wat zijn de commissies waarvan de Europese Parlementsleden absoluut lid moeten worden voor jouw organisatie? 

Het resultaat? Verschillende visies vanuit de verschillende sectoren, invalshoeken en belangen. Sommige insteken en belangen gelden heel specifiek voor bepaalde organisaties of sectoren, andere input geldt dan weer ruimer. Hun antwoorden werden gebundeld in de 'EU-prioriteitennota van het Vlaamse middenveld voor 2024'.

Welke Europese prioriteiten komen veelvuldig naar voren, over de verschillende organisaties en lokale besturen van het Vlaamse middenveld heen? Dat ontdek je in deze blog. 

Groene transitie

De groene transitie is tegelijk de topprioriteit én grote bezorgdheid van het Vlaamse middenveld. 

> Prioriteit

VLEVA-leden ondersteunen de ambities van de Europese Green Deal en werken mee aan de duurzame omslag. De prioritering en vooruitgang van de groene transitie moet behouden blijven. Specifieke aandacht gaat naar: klimaat en de gevolgen van klimaatverandering, een veerkrachtig Europees waterbeleid (met aandacht voor de rol van de oceaan), een slimme energietransitie, duurzame mobiliteit en noodzakelijke infrastructuur. 

> Bezorgdheid

En hoewel VLEVA-leden de Europese klimaat- en energiedoelstellingen ondersteunen, maken ze wel enkele kanttekeningen

Er is momenteel nood aan focus op een haalbare en coherente implementatie van de Green Deal. Daarvoor is een holistische aanpak nodig: een allesomvattende aanpak over de verschillende beleidsdomeinen heen. Tegenstrijdige doelstellingen, die bijvoorbeeld het verkrijgen van vergunningen bemoeilijken, moeten opgelost worden. 

De one size fits all-aanpak van Europese milieu- en klimaatwetgeving houdt onvoldoende rekening met de eigenheid van Vlaanderen als kleine, dichtbevolkte en sterk geïndustrialiseerde regio. Doelstellingen zouden in functie van regionale realiteiten opgesteld moeten worden en ook in impactanalyses moet hier aandacht voor zijn. 

Er is voldoende financiering nodig voor de groene transitie. Extra verplichtingen rechtvaardigen aanvullende middelen. Daarom moet Europa de nodige Europese financieringsinstrumenten voorzien, met garanties op een gelijk speelveld en zonder verdere versoepelingen van de staatssteunregels. Daarnaast moet de meerwaarde van de groene transitie en de bijbehorende business case duidelijk zijn, om voldoende particuliere investeringen te mobiliseren. 

De duurzaamheidstransitie moet bovendien een rechtvaardige transitie zijn: haalbaar en betaalbaar voor eenieder. Mensen en organisaties die buitenproportioneel geconfronteerd worden met de gevolgen van de groene transitie, verdienen steun. In overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten zijn rechtvaardigheid en solidariteit belangrijke doelstellingen en beginselen van de Green Deal. Voor het Vlaamse middenveld omvat een rechtvaardige transitie: het waarborgen van de continuïteit en economische levensvatbaarheid van activiteiten bij het nastreven van klimaatdoelstellingen én het voorzien in een eerlijke levensstandaard specifiek voor boeren. 

Tot slot benadrukt het Vlaamse middenveld de grote impact van de groene transitie op tewerkstelling en opleiding. De transitie zet de krapte op de arbeidsmarkt nog meer op scherp. Ondernemers, lokale besturen en andere organisaties hebben niet de middelen of expertise om individueel het hoofd te bieden aan die impact en problematiek. Een gedeelde visie en bijbehorende ondersteuning is nodig. 

Competitiviteit 

Competitiviteit is volgens veel organisaties uit het Vlaamse middenveld dé uitdaging in Europa. 

> Problematiek

Ondernemers en organisaties worden in Vlaanderen en Europa geconfronteerd met hoge energie-,  grondstof- en arbeidskosten. Talrijke nieuwe verplichtingen brengen bovendien extra financiële en administratieve lasten met zich mee. Dit geldt des te meer voor kmo’s. Nieuwe regelgeving dreigt ook vergunningsproblemen met zich mee te brengen. De eigenheid van Vlaanderen, als dichtbevolkte en tegelijk sterk geïndustrialiseerde regio, voegt hier nog een extra moeilijkheid aan toe. 

> Ambities

De volgende Europese legislatuur moet daarom streven naar een veerkrachtig, toekomstgericht en concurrentieel Europa op het wereldtoneel. Hierbij moet aandacht gaan naar verschillende zaken: 

Nieuwe regelgeving mag niet overbodig, onnodig complex of omslachtig zijn. Bij nieuwe regelgeving moet een competitiviteitscheck uitgevoerd worden om internationale gevolgen in kaart te brengen. Correcte impactanalyses moeten bovendien rekening houden met regionale realiteiten en een weloverwogen standpuntbepaling mogelijk maken. Een coherent en voorspelbaar wetgevend kader moet zo ondernemen, ontwikkelen en investeren in Europa stimuleren. 

Er is nood aan een European Industrial Deal, die complementair is aan de Green Deal, met een specifieke focus op een competitieve Europese industriesector. Er moet met name een uitgebreid actieplan komen om het concurrentievermogen van de industriesector tot strategische prioriteit te verheffen en de voorwaarden te scheppen voor een sterkere business case voor industrie in Europa. Europa moet in dat kader blijven inzetten op industriële innovatie, maar moet ook de industriële productie hier houden. Om een duurzame toekomst voor de industrie in Europa veilig te stellen, zijn doeltreffende en gepaste Europese financieringsinstrumenten nodig.

Daarnaast is een goed functionerende interne markt cruciaal voor de Europese competitiviteit. Die vormt de economische kracht van Europa. Die moet gebruikt en versterkt worden. Een subsidierace tussen verschillende Europese lidstaten is daarvoor nefast. De veerkracht van de eengemaakte markt dient te versterken en technologische en industriële afhankelijkheden moeten aangepakt worden. Een concurrentieel en strategisch handelsbeleid is daarvoor ook van belang, met behoud van onze internationale dynamiek.  

Europa moet de investeringspolitiek in onderzoek en ontwikkeling in stand houden om koploper te blijven. Digitalisering en artificiële intelligentie (AI) moeten centraal staan, met garanties voor cybersecurity en een veilige omgang met AI. 

Relevante commissies Europees Parlement 

Van welke parlementaire commissies in het Europees Parlement moeten de Vlaamse Europese Parlementsleden absoluut lid worden? Onze VLEVA-leden gaven bij onze bevraging de voor hen relevante commissies in het Europees Parlement door.

Uit hun antwoorden kan volgende top 3 opgemaakt worden:

  1. ENVI - Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (17 leden)

  2. ITRE - Industrie, onderzoek en energie (17 leden)

  3. TRAN - Vervoer en toerisme (10 leden) 

Verder staan ook economie en handel hoog op de agenda. 7 leden zien de Parlementsleden graag zetelen in de commissie ECON - Economische en monetaire zaken en de commissie INTA - Internationale handel. Daarop aansluitend vinden 6 leden de commissie EMPL - Werkgelegenheid en sociale zaken en IMCO - Interne markt en consumentenbescherming belangrijk. 5 leden schuiven de begrotingscommissie naar voor. 

Lees de volledige EU-prioriteitennota van het Vlaamse middenveld 2024

Herbekijk hieronder VLEVA's Europees lijsttrekkersdebat: Bruggen bouwen naar Europa - De stem van het Vlaamse middenveld

Bijlage(n)

EU-prioriteitennota van het Vlaamse middenveld 2024.pdf