23 december 2022 - door Frédéric Cabistan
Op 18 december kwam er positief einde aan de onderhandelingen over het emissiehandelsysteem (ETS) tussen de Raad, het Europees Parlement en de Commissie.
De belangrijkste conclusies uit dit voorlopig politiek akkoord zijn de volgende:
Naar 62% (in plaats van 61%) minder uitstoot tegen 2030 ten opzichte van 2005
Gratis uitstootrechten verminderen vanaf 2026 en verdwijnen helemaal in 2034
Oprichting ETS II: introductie van emissierechten in
Wegtransport
Gebouwen
Extra investeringen in Sociaal Klimaatfonds
Uitbreiding ETS I: maritieme en afvalsector
Als één van de belangrijkste tools uit het "Fit for 55-pakket" neemt het ETS een cruciale sleutelrol in om Europa sneller en eenvoudiger klimaatneutraal te maken in 2050.
Het ETS doet dit door een bepaalde prijs te koppelen aan de uitstoot van broeikasgassen. Hierdoor zullen bedrijven en industriële sectoren automatisch hun bedrijfsprocessen verduurzamen om zo minder te moeten betalen.
Met de graduele afbouw van deze emissierechten vanaf 2026 hoopt Europa haar industrie sneller in de richting van duurzame alternatieven te duwen. Volgens rapporteur Peter Liese (EPP) geeft de inwerkingtreding vanaf 2026 de nodige ademruimte aan burgers en verschillende industrietakken. De rapporteur zei verder ook nog dat "dit akkoord een helder signaal is naar de Europese industrie dat het loont om te investeren in groene technieken."
De onderhandelaars houden dan ook rekening met het huidige moeilijke klimaat waarin hoge energieprijzen in een tijd van hoge inflatie op zijn zachtst gezegd oncomfortabel zijn. Na een stabiele maar kordate afbouw van de gratis uitstootrechten zullen deze in 2034 helemaal afgeschaft zijn.
Verder hebben twee belangrijke maatregelen een grote impact op de hoofddoelstelling om 62% minder uitstoot te meten in 2030. Dat is enerzijds de inwerkingtreding van het pas goedgekeurde CBAM-mechanisme, waarover u hier meer kan lezen. De uitrol van CBAM is dan ook recht evenredig met de uitfasering van de gratis uitstootrechten.
Anderzijds is een nieuwe maatregel de versterking van de marktstabiliteitsreserve met 24% aan opbrengsten van uitstootrechten. Deze reserve is een controlemechanisme dat het ETS in balans houdt als vraag en aanbod in uitstootrechten sterk beïnvloed wordt door externe factoren zoals crisissen, hoge energieprijzen of pandemieën.
Een ander groot resultaat van de afgelopen onderhandelingen is de oprichting van het tweede emissiehandelsysteem, ETS II genaamd. Dit systeem richt zich specifiek op de uitstoot van het wegtransport en van gebouwen, zowel voor consumenten als voor bedrijven. Deze brede opvatting impliceert dat zowel bedrijven als burgers moeten betalen voor hun uitstoot, als je bijvoorbeeld met een diesel- of benzinewagen rijdt of een slecht geïsoleerde woning bezit. Door de uitbreiding van het ETS wil Europa een beter level playing field genereren.
De nieuwe maatregelen zullen ingaan vanaf 2027. Mochten de energieprijzen in dat jaar nog steeds dermate hoog zijn, bestaat de mogelijkheid om ETS II uit te stellen tot 2028.
Zoals bekend gaan de inkomsten van de verkoop van uitstootrechten naar de lidstaten. Volgens de bevoegdheidsverdeling in België krijgt elk gewest in ons land zijn rechtmatig deel toegekend. Lidstaten moeten hiermee klimaatvriendelijke maatregelen stimuleren en consumenten en bedrijven op weg helpen naar een duurzamere samenleving. De onderhandelaars kwamen overeen om de extra middelen in te zetten in het:
Innovatiefonds (van 450 miljoen naar 575 miljoen)
Moderniseringsfonds (extra financiering met de verkoop van 2,5% van alle uitstootrechten)
Sociaal Klimaatfonds
Het Sociaal Klimaatfonds is een nieuw opgericht fonds dat vanaf 2026 (één jaar voor de start van ETS II) de meest zwakke consumenten moet bijstaan in hun omschakeling naar meer duurzaamheid. Hiermee bedoelt het fonds diegenen voor wie bijvoorbeeld betere isolatie of de aankoop van een elektrische auto veel te duur is. De onderhandelde extra inkomsten leveren een eindcijfer op van €86,7 miljard. Die miljarden komen enerzijds uit de inkomsten van het ETS-systeem komt en anderzijds financieren de lidstaten hierin mee.
Baanbrekend zijn de opname van de maritieme en de mogelijke opname van de afvalsector binnen het oorspronkelijke emissiehandelssysteem. Wat betreft de opname van de maritieme sector betekent dit dat eigenaars en gebruikers van schepen groter dan 5000 tonnage emissierechten moeten betalen vanf 2025. Het ETS is hier bovendien van toepassing op alle intra-Europese trajecten en voor 50% op internationale vaarten van en naar Europa.
Kijken we naar de afvalsector geeft het huidige akkoord huiswerk aan de Europese lidstaten. Zo moeten zij tegen eind januari 2026 aan de Commissie kunnen voorlegen hoeveel, of en welke uitstoot er vrijkomt bij de verbranding van stedelijk afval. Met deze resultaten gaat de Commissie aan de slag om uiterlijk 2028 te bepalen of de afvalsector ook wordt opgenomen binnen het ETS.
Met het voorlopige politiek akkoord zijn er grote stappen gezet in het Europees klimaatbeleid. Deze beslissingen hebben een grote invloed op allerlei industrieën en met de inwerkingtreding van ETS II ook op de burger zelf. Meer gedetailleerde info vindt u in de exacte akkoordtekst die in de komende dagen wordt verwacht.
Zowel de Raad van de Europese Unie als het Europees Parlement moeten het akkoord elk afzonderlijk formeel goedkeuren via de formele procedures. De bespreking in de Parlementaire milieu-commissie is alvast gepland op 12 januari. De nieuwe wetgeving inzake ETS is 20 dagen na de bekendmaking in het Publicatieblad van de EU van kracht.
Lees hier meer:
Persbericht van het Europees Parlement.
Persbericht van rapporteur Peter Liese (EPP)
Persbericht van de Raad van de Europese Unie