Richtlijn kankerverwekkende en mutagene stoffen dekt diepeldampen
Het Europees Parlement en de Raad van de EU zijn overeengekomen om de bovengrens van dieseldampen op 0,05 mg/m³ in te stellen. Dit in het kader van de tweede herziening van Richtlijn 2004/37/EG betreffende blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene stoffen op het werk.
Tijdens de vierde vergadering van de tweede herziening van de Richtlijn 2004/37/EG betreffende blootstelling aan kankerverwekkende en mutagene stoffen op het werk werd beslist dat de bovengrens van dieseldampen op 0,05 mg/m³ wordt vastgesteld. Het belangrijkste is dat de bovengrens van 0,05 mg/m³ wordt berekend op de elementaire koolstof.
Alleen voor dieseldampen blijft de timing van de omzetting twee jaar. Voor alle andere sectoren werd vier jaar voorzien voor de implementatie, behalve voor tunneling en mijnbouw die zeven jaar zal duren.
De rol van de sociale partners werd ook uitgebreid. Ze kunnen nu aanbevelingen compileren en ambitieuzere overeenkomsten ondertekenen dan de maatregelen in de richtlijn.
De richtlijn voegt bovengrenzen toe voor vijf andere carcinogenen:
- trichloorethyleen,
- epichloorhydrine,
- ethyleendibromide,
- ethyleendichloride,
- 4,4'-methyleenbis.
Vierde herziening in zicht?
Commissaris Marianne Thyssen zei dat ze "dag en nacht" werkt om een presentatie te geven van het vierde voorstel voor een herziening van de EU-regels vóór het einde van haar mandaat. Maar ze gaf wel toe dat het voorstel hoogstwaarschijnlijk pas door de volgende Commissie zal worden gepresenteerd. Het belangrijkste doel is om de derde herziening af te ronden, die momenteel wordt onderhandeld.
In dit verband hoopte de commissaris dat de toekomstige Commissie het momentum van de huidige revisie zou aanhouden. Onder het mandaat van Thyssen, met de eerste herziening, werden 21 carcinogenen geïntroduceerd (van de 22 die momenteel in de richtlijn zijn).