Meer bescherming voor werknemers: de Raad vermindert het risico tot blootstelling aan 5 kankerverwekkende stoffen
De EU onderneemt verdere stappen om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan kankerverwekkende stoffen. De Raad heeft zijn standpunt (algemene aanpak) vastgesteld met betrekking tot een voorstel dat de bestaande regels inzake de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene stoffen op het werk zal aanpassen (Richtlijn 2004/37/EG). Het doel van het voorstel, dat de Commissie in april van dit jaar heeft gepresenteerd, is om de blootstellingsniveaus voor 5 carcinogene chemische agentia - cadmium, beryllium, arceenzuur, formaldehyde en 4,4'-methyleen-bis (MOCA) te verlagen.
Het voorstel, inclusief de door de Raad voorgestelde amendementen, stelt de volgende nieuwe limieten vast die in overeenstemming zijn met nieuwe wetenschappelijke en technische gegevens en op bewijzen gebaseerde methoden voor het meten van blootstellingsniveaus op de werkplek:
- cadmium - 0,001 mg/m3. Deze waarde is van toepassing na een overgangsperiode van 7 jaar waarin de grenswaarde van 0,004 mg/m3 van toepassing moet zijn;
- beryllium - 0,0002 mg/m3. Deze waarde is van toepassing na een overgangsperiode van 5 jaar waarin de grenswaarde 0,0006 mg/m3 moet gelden;
- arseenzuur - 0,01 mg/m3. Deze waarde is van toepassing voor de kopersmeltsector na een overgangsperiode van twee jaar;
- formaldehyde - 0,37 mg/m3 voor een blootstelling van 8 uur en 0,74 mg/m3 voor een kortdurende blootstelling. Deze grenswaarden zijn van toepassing na een overgangsperiode van drie jaar;
- MOCA - 0,01 mg/m3 met een huidnotatie om mogelijke opname door de huid aan te geven.
Wat cadmium betreft, beoordeelt de Commissie uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn de mogelijkheid van een verdere wijziging van Richtlijn 2004/37/EG, waarbij de combinatie van een door de lucht toegediende beroepsmatige blootstellingslimiet met een biologische grenswaarde wordt toegevoegd. Het voorstel biedt de lidstaten ook de mogelijkheid om op nationaal niveau strengere bindende grenswaarden in te voeren en weerhoudt hen er niet van aanvullende maatregelen toe te passen, zoals een biologische grenswaarde.
Het door de Raad bereikte akkoord zal als basis dienen voor onderhandelingen met het Europees Parlement.