Lidstaten akkoord over kwalificatieperiode voor ouder- en vaderschapsverlof

Kwalificatieperiode

De Europese lidstaten stemmen in met een maximum kwalificatieperiode die nodig is om te profiteren van ouder-en vaderschapsverlof. De maximale werkperiode en bijdragen om voor ouderschapsverlof in aanmerking te komen wordt vastgesteld op één jaar en voor de maximale vaderschapsverlofperiode op zes maanden onder de richtlijn betreffende de balans tussen werk en privéleven.

Met deze overeenkomst hopen ze een politiek akkoord te bereiken op de volgende interinstitutionele vergadering op donderdag 24 januari 2019. Het standpunt doet evenwel weinig concessies aan de positie van rapporteur David Casa (EPP, Malta). Het Europees Parlement wilde 9 maanden voor ouderschapsverlof terwijl de Raad een jaar wilde. Voor vaderschapsverlof heeft de Raad ook gepleit een jaar, terwijl het Europees Parlement geen bepaalde periode wenste.

Verlof

Er werd besloten om het ouderschapsverlof op vier maanden te stellen, inclusief twee niet-overdraagbare maanden. De eerste anderhalve maand ervan zou worden betaald voordat deze wordt verlengd tot twee maanden na vijf jaar. Er is geen vergoedingsniveau gedefinieerd.

Voor vaderschapsverlof bepaalden de co-legislators de verlofperiode op tien dagen met een vergoedingsniveau dat is afgestemd op Richtlijn 92/85/EEG.

Het zorgverlof werd vastgesteld op vijf dagen per jaar met enige flexibiliteit in termen van dagen en duur. Ook daar werd geen vergoeding genoemd.