Evenwicht werk-privéleven: interinstitutionele onderhandelingen lopen vast
De laatste interinstitutionele bijeenkomst over de richtlijn evenwicht werk-privé voor werkende ouders en zorgverleners op maandag 19 november 2018 heeft geen vooruitgang geboekt.
Het voorzitterschap had slechts een beperkt onderhandelingsmandaat verkregen van het Comité van permanente vertegenwoordigers, met een hernieuwd mandaat voor vaderschapsverlof dat hetzelfde vergoedingsniveau krijgt als zwangerschapsverlof.
Wat zorgverlof betreft, zou het Europees Parlement hebben aangedrongen op vijf betaalde dagen per jaar, maar zou geaccepteerd hebben om het vergoedingsniveau aan het oordeel van de lidstaten over te aten. De lidstaten zouden elke mogelijkheid om een vast aantal betaalde dagen te bepalen, afwijzen. Het zijn de lidstaten met de meest progressieve verlofstelsels, zoals Duitsland, dat het meest terughoudend zou zijn om dergelijke beperkingen in te voeren. Het Europees Parlement zou hebben benadrukt dat het primaire doel van de richtlijn het vaststellen is van minimumnormen, waarbij de lidstaten de vrijheid hebben om verder te gaan.
De kern van het probleem blijft ouderschapsverlof. De Raad zou de niet-overdraagbare betaalde periode willen vaststellen op anderhalve maand. Het voorstel zou moeilijk zijn voor het Europees Parlement om te aanvaarden, aangezien het de niet-overdraagbare periode al tot drie maanden heeft verkort (in plaats van de oorspronkelijke vier maanden).
Er werd geen besluit genomen over vaderschapsverlof aangezien het Europees Parlement het nieuwe voorstel van de Raad moet bestuderen. De volgende interinstitutionele vergadering vindt plaats op 3 december.
Maak een account aan
Krijg gepersonaliseerde updates over jouw favoriete EU-thema's, kies welke berichten je ontvangt en wanneer.
Evenwicht werk-privé voor werkende ouders
Het Europees Parlement heeft amendementen op het commissievoorstel goedgekeurd. Trialogen kunnen nu van start gaan na de zomervakantie.
