Europese ministers benadrukken wetenschappelijke vrijheid
Tijdens de informele videoconferentie op 20 oktober keurden de Europese ministers de Bonn-verklaring over vrijheid van wetenschappelijk onderzoek goed.
Wat staat er in deze verklaring? VLEVA vat het voor je samen.
Bonn-verklaring over vrijheid van wetenschappelijk onderzoek
De ministeriële videoconferentie werd samengeroepen in het kader van de Europese onderzoeksruimte, waarover de Europese Commissie eind september een nieuwe communicatie lanceerde. De ministers legden de nadruk op wetenschappelijke vrijheid, door de Bonn-verklaring op initiatief van het Duits voorzitterschap te ondersteunen.
In de verklaring wordt wetenschappelijke vrijheid gedefinieerd als het recht om geaccepteerde kennis uit te dagen en nieuwe ideeën te ontwikkelen op basis van:
- Onafhankelijke en vrije onderzoeksvragen
- Selectie en ontwikkeling van theorieën
- Verzameling van empirische data
- Toepassing van solide academische onderzoeksmethoden
Duits minister voor onderzoek Karliczek wees op de bescherming van de vrijheid van onderzoek en wetenschap, vooral in de context van restricties door nationale belangen, druk op de academische gemeenschap en de toenemende verspreiding van fake news.
Hoewel de verklaring deze intentie onderschrijft, bevat het geen specifieke maatregelen. Het bevestigt enkele belangrijke principes, zoals:
- Het recht op vrije meningsuiting voor onderzoekers
- De bestrijding van censuur en discriminatie door overheden
- De verantwoordelijkheden van wetenschappelijke organisaties
- Het belang van wetenschappelijke vrijheid voor internationale samenwerking op vlak van wetenschap en technologie
De verklaring stelt wel voor om Europese tool te ontwikkelen om de status van de wetenschappelijke vrijheid in de EU-lidstaten te monitoren.