U heeft thema's geselecteerd om te volgen, maar deze worden niet opgeslagen zolang u niet bent ingelogd. Login of registreer om deze thema's te blijven volgen.

Raad Energie: EED en RED op de agenda

28 november 2021 - door Ina De Vlieger

Op de Raad Energie van 2 december is een oriënterend debat over de twee fit-for-55 voorstellen een belangrijk agendapunt. Het betreft de richtlijn energie-efficiëntie (EED) en de richtlijn hernieuwbare energie (RED).

  • Het Sloveens VZP heeft een algemeen voortgangsrapport gepubliceerd, tevens zijn er voortgangsverslagen per richtlijn uitgebracht. 
  • De voortgangsrapporten voor de EED en de RED krijgen algemene steun voor hun ambitieniveau, maar er zijn ook veel bezorgdheden.
Raad Energie: EED en RED op de agenda

Voortgangsverslag Herziening Energie-efficiëntie Richtlijn

Zo zijn er bij de EED zowel bedenkingen bij het algemene ambitieniveau van de Richtlijn, als de vraag voor voldoende flexibiliteit voor lidstaten en een minimale administratieve last. 

Drie voorbeelden van uitstaande elementen

  • Heel wat lidstaten zijn bezorgd om de algemene verhoging van het ambitieniveau en vragen hoe dit overeenstemt met het technische en economische potentieel van lidstaten.
  • De verhoging van de jaarlijkse energiebesparingsverplichting van 0,8% naar 1,5% per jaar is kritisch ontvangen door de lidstaten.
  • De veralgemeende toepassing van het ‘energie-efficiëntie eerst’ principe leidt tot een grote bezorgdheid over de verhoogde administratieve last.

De Vlaamse positie focust vooral op de jaarlijkse energiebesparingsverplichting (EC-voorstel van 0,8% naar 1,5% per jaar) waarbij wordt gevraagd om dit artikel niet langer bindend te maken. Hoewel deze conclusie niet gedeeld wordt in het voortgangsrapport, lijkt een meer flexibele invulling van de energiebesparingsverplichting een zeer reële mogelijkheid in het verdere onderhandelingsproces.

Voortgangsverslag Herziening Richtlijn Hernieuwbare Energie

Het SI VZP vraagt meer flexibiliteit, zodat lidstaten nationale omstandigheden kunnen meenemen bij de uitrol van hernieuwbare energie. Tevens zijn er bezorgdheden rond administratieve last, subsidiariteit, fairness en technologieneutraliteit. 

Drie voorbeelden van uitstaande elementen

  • Verschillende lidstaten tekenen voorbehoud aan tegen de vooropgestelde doelstelling van 40% hernieuwbare energie in 2030 in de EU, zeker gezien de link met de nationale bijdragen via de Nationale Energie-en Klimaatplannen.
  • De duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa leiden tot verdeelde reacties. Een meerderheid van de lidstaten is bezorgd over de uitbreiding van de scope naar meerdere installaties, een aantal lidstaten toont voorbehoud bij de voorgestelde cascadering.
  • De doelstellingen voor de industriesector – indicatieve jaarlijkse HEB stijging van 1,1%/jaar en bindend gebruik van 50% RFNBO's (renewable fuels of non-biological origin)- zijn kritisch ontvangen. Zeker deze laatste doelstelling voor de  RFNBO's kan voor verschillende lidstaten een negatief effect kan hebben op de inzet van waterstoftechnologieën en hun gebruik in deze sector.

Vanuit Vlaanderen is er de kritische positie ten opzichte van de sectorale subdoelstellingen- en zeker de RFNBO-doelstelling voor de industrie. Verschillende lidstaten delen deze positie.

Voorbereiding oriënterend debat 

Gebaseerd op de voortgangsverslagen, heeft het SI VZP een discussiepaper uitgebracht waarin twee specifieke vragen worden gesteld:

  1. In hoeverre zijn de voorgestelde maatregelen voor hernieuwbare energiebronnen in gebouwen, de industrie en het vervoer volgens u een goed evenwicht tussen steun voor het gebruik van het kostenefficiënte sectorale potentieel van hernieuwbare energiebronnen en erkenning van de nationale omstandigheden en verschillende uitgangspunten?
  2. In hoeverre bent u van mening dat de maatregelen waarin de richtlijn betreffende energie-efficiëntie voorziet, een goed evenwicht bieden tussen de grotere energie-efficiëntie-inspanningen die van de lidstaten worden verlangd en de mate waarin zij hun steentje bijdragen om het EU-kerndoel inzake energie-efficiëntie te bereiken, en de behoefte aan flexibiliteit om rekening te houden met nationale omstandigheden? Hoe kunnen deze flexibiliteitsbepalingen met name adequaat worden toegepast in de verplichtingen met betrekking tot overheidsgebouwen?

Jouw VLEVA-contact voor dit thema

Maak een account aan

Volg ons