Herziening RED II: eerste ontwerp-compromis Sloveense voorzitterschap
Het Sloveense voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie heeft een eerste ontwerp-compromis over de herziening van de richtlijn over hernieuwbare energie (2018/2001) (RED II) aan de lidstaten voorgelegd (8 december).
- De algemene doelstelling voor hernieuwbare energie staat niet ter discussie.
- Voor de sectorale doelstellingen mogen we voorstellen tot wijzigingen verwachten van het voorzitterschap.
In het voorstel tot herziening RED II (14 juli, onderdeel van het Fit for 55-pakket) heeft de Europese Commissie als streefcijfer vastgesteld dat tegen 2030 ten minste 40% van het bruto-eindverbruik van energie in de EU afkomstig moet zijn uit hernieuwbare bronnen.
Verder bevat het ontwerp indicatieve en bindende sectorale streefcijfers voor industrie, gebouwen, vervoer en verwarming.
In het Sloveense document lijkt de algemene doelstelling niet ter discussie te staan, dat is anders voor de sectorale doelstellingen. Voor deze laatste staan de percentages tussen vierkante haken en mogen we voorstellen tot wijzigingen verwachten van het voorzitterschap in de toekomst.
Sectorale doelstellingen
Veel lidstaten bekritiseerden de door de Europese Commissie voorgestelde doelstellingen als te ambitieus op 2 december tijdens een bijeenkomst van de ministers van Energie van de EU-27.
Percentages tussen vierkante haken en dus ter discussie, zijn:
- Het indicatieve streefcijfer van ten minste 49% hernieuwbare energie voor gebouwen in het eindenergieverbruik van de EU tegen 2030;
- Het indicatieve streefcijfer voor elke lidstaat om het aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix voor de industrie met ten minste gemiddeld 1,1% per jaar te verhogen tegen 2030;
- Het streefcijfer dat het aandeel van hernieuwbare energie uit waterstof dat in de industrie wordt gebruikt, in elke lidstaat 50% moet bedragen tegen 2030;
- Een vermindering van de broeikasgasintensiteit met ten minste 13% tegen 2030 voor vervoer (via toelevering van hernieuwbare brandstof en elektriciteit door brandstofleveranciers);
- Het aandeel van geavanceerde biobrandstoffen en biogas (2,2%) in de aan de vervoersector geleverde energie tegen 2030 en het aandeel van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (2,6%).
De sector verwarming en koeling
- Voor de sector verwarming en koeling wil de Europese Commissie dat elke lidstaat het aandeel van hernieuwbare energie in deze sector met ten minste 1,1% per jaar gemiddeld, berekend voor de periodes 2021 tot 2025 en 2026 tot 2030, verhoogt, met het aandeel in 2020 als referentiepunt.
- Hoewel deze doelstelling in het Sloveense ontwerp-compromis ongewijzigd blijft, staat de daarmee samenhangende doelstelling om dit aandeel met 1,5% te verhogen voor lidstaten die gebruik maken van teruggewonnen afvalwarmte en -koeling, tussen vierkante haken.
We wijzen erop dat in het Sloveense document staat dat ongewijzigde delen van de tekst niet noodzakelijk aanvaardbaar of geaccepteerd zijn in de huidige vorm" Volgens het voorzitterschap moeten zij in dit stadium niet worden behandeld.
Bron: Europe Daily bulletin, 11 december 2021