Digitale Contracten: EU-instellingen stellen discussie meest controversiële punten uit tot 2018

Op 4 en 12 december vonden al twee trialoog-gesprekken plaats tussen het Parlement, de Raad en de Commissie over het voorstel rond digitale contracten. Tot nu toe hebben ze tijdens deze gesprekken de meest controversiële punten nog niet besproken. De onderhandelingen worden nu even stilgelegd en hernomen op 13 januari 2018 onder het Bulgaars voorzitterschap.

Het voorstel van de Commissie wil de reeks regels die er nu bestaan over digitale inhoud harmoniseren, meer mogelijkheden voor consumenten om defecten te melden en het recht om langetermijncontracten op te zeggen. Over onderstaande punten bestaat er het meeste discussie tussen het Parlement en de Raad:

• Ingebedde inhoud: ze raken het niet eens over geïntegreerde software in goederen (zoals smart ijskasten). Het parlement wil dat deze inhoud ook valt onder digitale contracten, de Raad wil liever dat dit valt onder wetgeving van gewone goederen.
• Graad van harmonisatie: de twee instellingen volgen hierin de aanpak van de Commissie, namelijk die van maximale gerichte harmonisatie. Toch willen ze allebei enkele afwijkingen. De Raad wil een flexibele oplossing voor de verantwoordelijkheid van de handelaar in het geval van garantie-problemen minder moet zijn dan 2 jaar. Het Parlement wil graag een vaste periode van twee jaar.
• De bewijslast: het Parlement en de Raad raken het niet eens over de periode waarin een consument verplicht is om het slecht functioneren van digitale inhoud of diensten te bewijzen. Het Parlement wil dat deze periode 2 jaar is voor digitale inhoud en diensten en 1 jaar voor ingebedde inhoud. De Raad wil een algemene regel voor 1 jaar.
• De hiërarchie van remedies: het Parlement steunt de Commissie in de aanpak om een voorkeur te geven aan een hiërarchie van schade, terwijl de Raad een meer flexibile oplossing wil om de lidstaten te sussen waar deze hiërarchie momenteel niet bestaat (zoals Polen).