Digital Markets & Services Act: ook de Raad hakt knopen door
Op donderdag 25 november hebben de ministers van de EU-lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de interne markt en industrie hun standpunt (algemene oriëntatie of ‘general approach’) vastgelegd over de Digital Markets Act (DMA) en de Digital Services Act (DSA).
- De overeengekomen ‘general approach’ voor de digitale marktenwetgeving omvat een aantal afwijkingen van het oorspronkelijke Commissievoorstel.
- Ook de overeengekomen algemene oriëntatie voor de digitale dienstenwetgeving wijkt af van het oorspronkelijke Commissievoorstel.
- Deze standpunten van de Raad vormen het startpunt voor de interinstitutionele onderhandelingen met het Europees Parlement die in 2022 zullen starten.
"Minder dan een jaar na het voorstel van de Commissie is het absoluut uitzonderlijk om dit stadium te bereiken en aan de verwachtingen van de Europese Raad te voldoen", aldus Margrethe Vestager, vicevoorzitter van de Europese Commissie voor een digitaal Europa.
Digital Markets Act
De EU-ministers van de Raad Concurrentievermogen hebben ten eerste unaniem hun goedkeuring gehecht aan de algemene oriëntatie inzake het voorstel voor een digitale marktenwet (DMA). De digitale marktenwetgeving introduceert regels voor platformen die als "poortwachters" in de digitale sector fungeren en moet voorkomen dat zij bedrijven en consumenten oneerlijke voorwaarden opleggen.
In de algemene oriëntatie worden een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van het Commissievoorstel voorgesteld.
De aanpak van de Raad wijkt onder andere af van het oorspronkelijke Commissievoorstel op vlak van termijnen en criteria voor het aanwijzen van poortwachters. In de algemene aanpak wordt een kennisgevingsperiode van twee maanden voorgesteld voor het geval een onderneming die ‘kern-platformdiensten’ aanbiedt, voldoet aan de drempels om als poortwachter te worden aangewezen. Oorspronkelijk stelde de Commissie een kennisgevingsperiode van drie maanden voor. De Raad verkortte ook de termijnen waarbinnen de Commissie een onderneming als poortwachter moet aanwijzen naar 45 dagen in plaats van de voorgestelde 60 dagen. Hiernaast stelt de Raad nog voor dat de Commissie de status van aangewezen poortwachter ten minste om de vier jaar moet moet herbezien, in plaats van de periode van twee jaar die wordt voorgesteld in de oorspronkelijke tekst.
De aanpak van de Raad wijkt bovendien af van het oorspronkelijke voorstel op het vlak van de structuur en reikwijdte van de verplichtingen. Ook omvat de aanpak een nieuwe bijlage over ‘actieve eindgebruikers’ en ‘actieve zakelijke gebruikers’, een nieuwe verplichting inzake het recht van eindgebruikers om zich uit te schrijven van kern-platformdiensten én een regelgevingsdialoog en discretionaire bevoegdheid van de Europese Commissie. Hiernaast bevestigt de aanpak van de Raad dat de Europese Commissie de enige handhavingsinstantie maar verduidelijkt die aanpak dat lidstaten de nationale mededingingsautoriteiten de bevoegdheid kunnen verlenen om onderzoeken naar mogelijke inbreuken in te stellen en hun bevindingen aan de Commissie door te geven.
De volledige general approach van de Raad kan je hier vinden (in het Nederlands) én het persbericht dat de Raad hierover verspreidde vind je hier.
In verband met de Digital Markets Act heeft ook het Europees Parlement al een onderhandelingspositie aangenomen. Daar lees je hier en hier alles over. Op vlak van de Digital Markets Act liggen de startposities van de Raad en van het Europees Parlement voor de interinstitutionele onderhandelingen aldus vast.
Digital Services Act
De EU-ministers van de Raad Concurrentievermogen hebben ten tweede hun goedkeuring gehecht aan de algemene oriëntatie inzake het voorstel voor een digitale dienstenwetgeving (DSA). De digitale dienstenwetgeving richt zich op het verbeteren van de aansprakelijkheids- en veiligheidsregels voor digitale platformen, diensten en producten.
Ook in de algemene oriëntatie van de digitale dienstenwetgeving worden een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van het Commissievoorstel voorgesteld.
De algemene oriëntatie van de Raad wijkt onder andere af van het oorspronkelijke Commissievoorstel door een verduidelijking en aanscherping van het toepassingsgebied van de digitale dienstenwetgeving, dat daardoor nu ook online zoekmachines omvat.
De Raad voorziet ook in aanvullende verplichtingen voor onlinemarktplaatsen en -zoekmachines, strengere regels voor zeer grote platforms én een versterking van de bescherming van minderjarigen online.
Bovendien voorziet de Raad in een uitbreiding van de meldingsplicht bij verdenking van ernstige strafbare feiten tot alle hostingdiensten (niet alleen tot onlineplatforms), in de opname van meer gedetailleerde bepalingen over de vereiste ‘compliancefunctie’ die zeer grote onlineplatforms of zeer grote onlinezoekmachines moeten opzetten en in de opname van een verplichting voor dienstverleners om nationale autoriteiten op de hoogte te houden van hun acties (de feedbackverplichting).
Tot slot wijkt de Raad nog af van het oorspronkelijke Commissievoorstel door het behoud van het land-van-oorsprong-beginsel. Aangezien de exclusieve handhavingsbevoegdheid aan de Europese Commissie wordt verleend, kunnen zij systeeminbreuken door zeer grote onlineplatforms of zeer grote onlinezoekmachines aanpakken.
In verband met de Digital Services Act is de Raad sneller met een positie dan het Europees Parlement. Toen het Europees Parlement haar positie innam voor de Digital Markets Act, werd gecommuniceerd dat het op de Digital Services Act nog even wachten zou zijn. Op 9 december wordt verwacht dat de verantwoordelijke IMCO-commissie van het Europees Parlement diens positie zal innemen. In januari 2022 zou dit dan naar de plenaire vergadering gestuurd worden.
De volledige general approach van de Raad kan je hier vinden (in het Nederlands) én het persbericht dat de Raad hierover verspreidde vind je hier.
Het oorspronkelijke Commissievoorstel van de Digital Markets Act kan je hier vinden. Het Commissievoorstel van de Digital Services Act vind je hier.