Stand van belastingzaken in tijden van COVID-19
Nu het Kroatisch voorzitterschap ten einde loopt is er een stand van zaken gepubliceerd over de lopende belastingdossiers in de Raad.
- Het rapport over de stand van zaken kan je hier volledig raadplegen.
- De Raad keurt twee voorstellen tot uitstel van implementatie goed.
- Volgens Paolo Gentiloni is een akkoord over digitale belastingen voor het einde van 2020 niet meer realistisch.
Goedkeuring uitstel van implementatie belastingwetgeving
De Raad keurde recent de herziening goed van de richtlijn over administratieve samenwerking en conclusies over de belastingen op nieuwe tabaksproducten. Daarnaast was er ook een akkoord over het uitstellen van bepaalde deadlines voor het indienen en uitwisselen van belastinginformatie. Het halen van die deadlines werd moeilijk omwille van de corona-crisis.
De lidstaten gaven ook groen licht voor het uitstellen van een wetgevend pakket rond de modernisering van btw voor grensoverschrijdende e-commerce. Ze zijn akkoord met de voorgestelde 6 maanden uitstel waarvoor de wetgeving pas zal ingaan vanaf 1 juli 2021 in plaats van 1 januari 2021. Het Europees Parlement heeft in haar opinie voorgesteld om het slechts met drie maanden uit te stellen. Vermits het beslissingsrecht over belastingzaken uitsluitend bij de Raad ligt - en zij de zes maanden goedkeuren - zal er weinig aandacht besteed worden aan deze opinie.
Voor de modernisering van btw voor e-commerce zijn aanpassingen nodig aan de IT-systemen van de lidstaten. Door 6 maanden uitstel te krijgen hebben ze meer tijd om eventuele technische assistentie te bieden waar nodig. Dit pakket moet er uiteindelijk voor zorgen dat lidstaten minder btw-inkomsten mislopen omdat bedrijven uit derde landen geen voorkeursbehandeling krijgen wanneer ze verkopen aan Europese consumenten.
Lees de stand van zaken opgemaakt door het Kroatisch voorzitterschap hier.
Update: de twee voorstellen tot uitstel zijn formeel goedgekeurd.
“OESO-akkoord voor einde 2020 moeilijk”
Commissaris voor belastingen, Paolo Gentiloni, geeft toe dat een akkoord op OESO-niveau over digitale belastingen voor het einde van 2020 moeilijk zal worden. Vooral het principe van een ‘Safe Harbour’ van de Verenigde Staten maakt de onderhandelingen moeizaam. Dit principe is radicaal anders dan het voorstel dat de OESO op tafel had gelegd rond digitale belasting (pijler 1). Daarnaast zijn er ‘significante problemen’ met grote landen zoals India en China met betrekking tot de tweede pijler, de minimale vennootschapsbelasting.
Gentiloni bevestigde dat als er geen globaal akkoord is tegen het einde van het jaar, de Europese Unie hun eigen voorstellen weer zal bespreken in 2021.
Hij sprak op een online evenement rond een nultolerantiebeleid tegen belasting dumping en witwaspraktijken om zo het EU herstelbeleid te financieren. Hij vond dit een interessant initiatief en kondigde aan dat het actieplan tegen belastingontduiking in juli voorgesteld zal worden.
Tijdens het evenement werd ook opgeroepen om over te schakelen op een systeem van gekwalificeerde meerderheid in plaats van unanimiteit voor belastingzaken. Hier was Gentiloni veel voorzichtiger over. Volgens hem zijn zaken zoals een minimale vennootschapsbelasting zo ingrijpend dat het sowieso unaniem moet goedgekeurd worden.