De tien geboden van een goed Erasmus+-project
In deze blog zetten we de tien geboden van Rik Vanderhauwaert voor een goed Erasmus+-project op een rij. Zo verschijn je straks gewapend en gewaarschuwd aan de startlijn.
Jaarlijks moeten tussen februari en april de Erasmus+-projectvoorstellen ingediend worden. Sommigen boksen voor de eerste keer een Europees project rond onderwijs, jeugd of sport in elkaar. Anderen zijn dan weer ervaren rotten in het vak, zoals Rik Vanderhauwaert van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Hij diende al verschillende projectvoorstellen in voor Erasmus+ onderwijs (kernactie 1 en 2), waarvan de meerderheid met succes.
1. De klassieker: “Bezint eer ge begint”
Is er een goede match tussen de Europese doelstellingen en die van jouw organisatie (en van jouw partnerorganisaties)? Ken je de Europese doelstellingen voor onderwijs én de specifieke doelstellingen voor bv. beroepsonderwijs en leerplichtonderwijs? Weet precies wat er bedoeld en verwacht wordt vooraleer je begint te schrijven.
2. De programmagids is uw bijbel
De Erasmus+-programmagids bestaat uit 3 delen en een bijlage. Je hoeft niet alles te lezen, maar lees wel nauwkeurig wat voor jou van toepassing is. Termen zoals intellectuele output, disseminatie en PI-code mogen geen geheimen meer voor je hebben. En vergeet de bijlage niet, want die verduidelijkt heel wat over Erasmus+.
3. Gij zult uw jawoord niet geven aan iemand die ge nog nooit gezien hebt
Enkel op VTM trouwde men blind. Internationale contactseminaries (ook wel eens workshops projectdevelopment of brokerage events genoemd) zijn ideaal om buitenlandse partners te ontmoeten. Zoek betrouwbare partners die hun administratie op orde hebben. En zorg ervoor dat de hele organisatie enthousiast is over het project, niet één individu. Draagvlak binnen de organisatie is absoluut noodzakelijk om een project te doen slagen.
4. Gij zult ook ontspannen
De boog kan niet altijd gespannen staan, maak dus tijd om de cultuur te leren kennen wanneer je in het buitenland bent voor werkvergaderingen. Want Erasmus+ is een boeiende manier om op een professionele manier over én in Europa te leren.
5. Een project schrijven doet ge niet alleen
Voorbereidende bezoeken zijn heel belangrijk. Schrijf het project samen met jouw partners, tijdens voorbereidende vergaderingen en in een gezamenlijk document waar iedereen opmerkingen en feedback kan geven. Iedereen schrijft mee aan de aanvraag, maar één eindredacteur maakt er een coherent geheel van en kopieert dit naar het officiële formulier.
6. Gij zult goede afspraken maken
Elke partner moet een mandaat geven waarin hij akkoord gaat met alles wat in de projectaanvraag geschreven is. Als jouw partner nadien zijn deel van het werk niet wil doen, kan je hem op zijn verplichtingen wijzen. Want goede afspraken zijn de basis voor een goed project.
7. Gij zult overtuigen van de eerste tot de laatste zin
Degenen die het project evalueren, moeten veel projectaanvragen lezen in weinig tijd. Overtuig hen vanaf de eerste zin. Wees duidelijk en beknopt, en zorg voor een logische samenhang.
8. Gij zult u nergens tegenspreken
In het aanvraagformulier worden verschillende keren gelijkaardige vragen gesteld. Je moet exact weten wat er bedoeld wordt en coherent zijn zonder in herhaling te vallen.
9. Gij zult tijd maken om samen lessen te trekken
Je kan in jouw projectaanvraag budget vragen voor alle partners in het consortium om één of meerdere weken samen te leren tijdens de looptijd van het project. Je kan een expert uitnodigen of leren van de ervaringen van jouw partners.
10. En bovenal: gij zult u niet laten ontmoedigen!
Iedereen loopt wel eens een blauwtje. Een afgekeurd project is het begin van een nóg beter project. Ga spreken met het Nationaal Agentschap (voor onderwijs in Vlaanderen is dat Epos vzw) om het projectidee te verfijnen en herschrijven.
Veel succes! Maar let op: eens besmet met de microbe, raak je ze nooit meer kwijt!
Lees meer tips & tricks voor uw Erasmus+-project in de presentatie van Rik Vanderhauwaert.