Vier jaar progressie van de Europese onderzoeksruimte

23 oktober 2024 - door Kristof Vlaeminck

De Europese Commissie heeft een communicatie gepubliceerd waarin de progressie van de Europese onderzoeksruimte (European Research Area - ERA) doorgelicht. Deze komt er vier jaar na de mededeling “Een nieuwe EOR voor onderzoek en innovatie”.

  • In de afgelopen vier jaar werd er progressie gemaakt om tot één markt zonder grenzen te creëren voor onderzoek, innovatie en technologie in de hele EU. Maar er is eveneens nog veel werk aan de winkel.

  • De doelstelling om 3% van het BBP van de EU te investeren in onderzoek en innovatie nog ver weg.

  • Conclusies liggen in lijn van het Letta-rapport, het Draghi-rapport en de interim evaluatie van Horizon Europe (Haitor-rapport).

Wat is de Europese onderzoeksruimte?

De Europese Onderzoeksruimte (ERA) is de ambitie om één markt zonder grenzen te creëren voor onderzoek, innovatie en technologie in de hele EU. Door hun onderzoeksbeleid en -programma's sterk op elkaar af te stemmen, worden Europese landen effectiever in de onderzoekssector. De ERA is gebaseerd op:

  • excellentie;

  • geeft prioriteit aan investeringen en hervormingen in onderzoek en innovatie;

  • stimuleert marktintroductie;

  • versterkt de mobiliteit van onderzoekers en de vrije stroom van kennis en technologie;

  • verbetert de toegang tot excellentie.

 

“Een nieuwe EOR voor onderzoek en innovatie”, vier jaar later

In haar mededeling Een nieuwe EOR voor onderzoek en innovatiestelde de Europese Commissie in 2020 haar hernieuwde inspanningen voor om:

  • de vertraging in de ontwikkeling van de Europese Onderzoeksruimte te boven te komen;

  • zich aan te passen aan het snel veranderende mondiale O&I-landschap;

  • de groene en digitale transitie van Europa beter te ondersteunen.

Vier jaar later vragen de toegenomen geopolitieke spanningen, de economische concurrentie en de sterke opkomst van baanbrekende technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, om een grondige evaluatie van de voortgang van de Europese Onderzoeksruimte. In deze mededeling wordt de balans opgemaakt van de vorderingen sinds 2020 en worden successen, tekortkomingen en actiepunten nodig om de doelstellingen van de EOR te verwezenlijken, uitgelicht.

 

Conclusies

De Europese Unie heeft vooruitgang geboekt bij de totstandbrenging van een meer geïntegreerde, efficiënte en aantrekkelijke Europese Onderzoeksruimte (EOR). Maar er zijn zeker ook verdere inspanningen nodig om het volledige potentieel ervan te benutten.

Ondanks de inspanningen om prioriteit te geven aan de onderzoeksinspanningen en de beschikbare middelen op elkaar af te stemmen, is de doelstelling om 3% van het BBP van de EU te investeren in onderzoek en innovatie nog ver weg. Iliana Ivanova, de Europese commissaris voor Onderzoek, wees hiervoor op het belang van “het aantrekken van meer particuliere investeringen”. Volgens de Commissie bedroeg het investeringsniveau in de EU in 2022 2,3% van het BBP, vergeleken met 5,2% van het BBP voor Zuid-Korea, 3,6% voor de Verenigde Staten en 2,6% voor China.

Op het niveau van de lidstaten varieert het investeringsniveau tussen 3,47 en 0,46% van het nationale bbp, waarbij slechts vijf EU-landen de drempel van 3% halen. België was met 3,5% één van de vijf landen. De belangrijkste redenen voor deze kloof zijn de lage particuliere investeringen in O&O in Europa en onvoldoende specialisatie in geavanceerde technologiesectoren (de 'Europese mediumtechnologieval').

Naast de investeringskloof identificeert de Europese Commissie een aantal obstakels voor de totstandbrenging van een echte Europese Onderzoeksruimte:

  • onvoldoende coördinatie van het O&I-beleid in de deelnemende landen;

  • aanhoudende versnippering van regelgeving;

  • administratieve lasten.

Al deze factoren belemmeren het concurrentievermogen in Europa, aldus de communicatie.

Maar het is niet enkel een somber beeld. Als het gaat om het op de markt brengen van onderzoeksresultaten, heeft de oprichting van de Europese Innovatieraad (EIC) “het spel echt veranderd”, aldus Commisaris Ivanova. Elke euro die door dit instrument wordt geïnvesteerd trekt 4 euro van particuliere investeerders aan. Maar de EU heeft meer investeringskapitaal nodig om Europese innovaties te laten opschalen.

Wat de aantrekkelijkheid van het beroep van onderzoeker betreft, is de Europese Commissie van mening dat “aanzienlijke” vooruitgang is geboekt bij de verbetering van de arbeidsomstandigheden van onderzoekers en hun mobiliteit via de Marie Skłodowska-Curie-acties. Maar er zijn verbeteringen nodig om de nationale verschillen in loopbaanontwikkeling aan te pakken.

Deze conclusies liggen in de lijn van de pas verschenen Letta-rapport, Draghi-rapport en de interim evaluatie van Horizon Europe (Haitor-rapport).

Meer informatie?

De communicatie ‘Implementation of the European Research Area (ERA) – Strengthening Europe’s Research and Innovation: The ERA’s Journey and Future Directions’ vind je hier terug.