10 december 2024 - door Kristof Vlaeminck
De Raad heeft een aanbeveling aangenomen die de EU-landen aanmoedigt om loopbanen in het hoger onderwijs aantrekkelijker en duurzamer te maken.
De aanbeveling benadrukt de noodzaak om de diversiteit van academische loopbanen te erkennen en benadrukt het belang van het waarderen van zowel onderwijs als onderzoek.
De aanbeveling omvat ook maatregelen om professionals in het hoger onderwijs aan te moedigen deel te nemen aan een breder scala van loopbaangerelateerde activiteiten, waaronder grensoverschrijdende onderwijsactiviteiten.
Dit is het eerste dossier dat werd goedgekeurd van een pakket van drie ambitieuze voorstellen voor het hoger onderwijs in Europa.
Op 27 maart 2024 presenteerde de Europese Commissie een pakket initiatieven om meer transnationale samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs in de EU aan te moedigen. Dit moet leiden tot de invoering van een Europese graad (European degree). Het doel van de Europese graad is om de leermobiliteit binnen de EU te bevorderen. Hierdoor worden afgestudeerden aantrekkelijker voor toekomstige werkgevers en het Europese concurrentievermogen wordt versterkt. Het pakket pakt de juridische en administratieve belemmeringen aan die partneruniversiteiten verhinderen of ontmoedigen om programma's voor gezamenlijke graden (joint degree programmes) op te zetten.
In het pakket zitten drie onderdelen:
een mededeling van de Commissie over een blauwdruk voor een Europese graad;
een aanbeveling van de Raad over een Europees systeem voor kwaliteitsgarantie en erkenning in het hoger onderwijs;
een aanbeveling van de Raad over aantrekkelijke en duurzame loopbanen in het hoger onderwijs.
De aanbeveling ver aantrekkelijke en duurzame loopbanen in het hoger onderwijsmarkeert de goedkeuring van het eerste dossier van het hogeronderwijspakket.
Hoewel academisch personeel in het hoger onderwijs verschillende rollen vervullen, variërend van traditioneel onderwijs en onderzoek tot innovatie, leiderschap, mentorschap, administratie en management, worden deze rollen ongelijk erkend. Dit kan leiden tot vooroordelen in termen van loopbaanstructuren, evenals in de algemene maatschappelijke erkenning van onderzoek ten koste van onderwijs en andere niet-onderzoeksacademische activiteiten.
De aanbeveling van de Raad benadrukt ondersteunende maatregelen die instellingen voor hoger onderwijs zouden kunnen nemen om loopbanen in de sector aantrekkelijker te maken, waaronder betere arbeidsomstandigheden, voortdurende professionele ontwikkeling, gendergelijkheid, evenwicht tussen werk en privéleven en inclusiviteit. De Raad moedigt werkgevers ook aan om de verscheidenheid aan academische carrièrepaden die beschikbaar zijn voor mensen in het hoger onderwijs te erkennen en te ondersteunen.
In het bijzonder roept de Raad op tot meer erkenning van verschillende rollen en taken die academisch en professioneel personeel uitvoert naast onderzoeksactiviteiten. Deze omvatten onderwijs, innovatie, mentorschap, grensoverschrijdende samenwerking en institutioneel bestuur.