29 november 2024 - door Florence De Vlam
Op donderdag 28 november keurde het Europees Parlement de gezamenlijke tekst van de EU-begroting 2025 goed, nadat de Raad dit al op 25 november eerder deze week had gedaan.
De jaarlijkse EU-begroting bepaalt de inkomsten en uitgaven voor één jaar, binnen de uitgavenlimieten van het meerjarig financieel kader (MFK).
De totale begroting voor 2025 bedraagt 199,4 miljard euro aan vastleggingen, de betalingen zijn vastgesteld op 155,21 miljard euro.
De begroting voor 2025 zal 6% groter zijn dan die van dit jaar, wat neerkomt op een stijging van 10 miljard euro.
Het totale bedrag voor vastleggingskredieten in de begroting van 2025 is vastgesteld op €199,4 miljard. Dit betekent dat er nog een marge van €800,5 miljoen overblijft onder het vastgestelde plafond van de meerjarige financiële kader (MFK) voor 2025. Vastleggingskredieten zijn juridisch bindende beloften om geld uit te geven aan activiteiten die over meerdere jaren worden uitgevoerd zoals contracten of projecten.
Het totaalbedrag voor betalingskredieten in de begroting van 2025 is vastgesteld op €155,2 miljard. Dit laat een marge van €28,3 miljard over onder het MFK-plafond voor 2025. Betalingskredieten betreffen uitgaven die voortvloeien uit vastleggingen die in het lopende begrotingsjaar of in voorgaande begrotingsjaren in de EU-begroting zijn opgenomen.
Dit instrument wordt gebruikt om extra middelen beschikbaar te stellen voor onverwachte of urgente behoeften. Voor 2025 wordt €1,16 miljard aan vastleggingskredieten gemobiliseerd via het Flexibiliteitsinstrument. Dit bedrag is verdeeld over verschillende beleidsterreinen:
€4,7 miljoen voor economische, sociale en territoriale samenhang.
€1136,8 miljoen voor veerkracht en waarden.
€15,6 miljoen voor veiligheid en defensie.
€5,2 miljoen voor nabuurschap en wereldwijde samenwerking.
Dit instrument biedt een extra marge voor het begrotingsjaar. Voor 2025 wordt €721 miljoen aan vastleggingskredieten gemobiliseerd voor het beleidsterrein Europese openbare administratie, volgens de regels van het MFK.
De begroting voor 2025 bevat dus een aantal extra maatregelen en instrumenten, zoals het Flexibiliteitsinstrument en het Enkelvoudig Marge-Instrument, die zorgen voor voldoende ruimte en flexibiliteit om in te spelen op onvoorziene uitgaven of noodzakelijke betalingen voor verschillende beleidsgebieden.
Johan Van Overtveldt (ECR, N-VA), voorzitter Begrotingscommissie: "Deze begroting pakt urgente uitdagingen aan, waaronder de Russische agressie in de oorlog tegen Oekraïne, aanhoudende migratiedruk, de escalerende crisis in het Midden-Oosten, de impact van natuurrampen en, cruciaal, de concurrentiekracht van onze economieën. Dit zal ervoor zorgen dat de EU effectief kan reageren op deze dringende realiteiten."
Meer dan 90% van het EU-budget wordt besteed aan activiteiten binnen de EU en daarbuiten, ten voordele van burgers, regio's, boeren, onderzoekers, studenten, ngo's en bedrijven. Het EU-budget richt zich vooral op investeringen die groei en kansen bevorderen in de EU, die 27 landen en 450 miljoen mensen omvat. Met een jaarlijks budget van €160-180 miljard voor 2021-2027 is het relatief klein, vergelijkbaar met het budget van Denemarken, maar ongeveer 30% kleiner dan dat van Polen. Het EU-budget heeft dus een bredere reikwijdte, maar is kleiner dan de begrotingen van grotere landen.