EFRO: Het bevorderen van co-creatie om de O&O resultaten beter te valoriseren - LED-werking 2016
Deadline
Doelstellingen
Specifieke doelstelling ‘Het bevorderen van co-creatie om de O&O resultaten beter te valoriseren’ In Europa stelt zich een probleem rond de vermarkting van kennistoepassingen. De verhouding onderzoek enerzijds en productie / marktintroductie / valorisatie anderzijds is scheefgetrokken. Onderzoek mondt onvoldoende uit in een concrete marktintroductie. Dit fenomeen wordt voorgesteld als de zogenaamde Valley of Death. Een verbreding en verlenging van het gesteund innovatieproces kan hieraan tegemoet komen. Een dergelijk proces legt meer nadruk op de vermarkting (verlenging) en niettechnologische aspecten (verbreding) van innovatie. Bij co-creatie staan de producent / ontwikkelaar en de consument / gebruiker met elkaar in verbinding. De methodiek van living labs of proeftuinen laten toe om nieuwe producten, bijvoorbeeld van kmo’s, te testen in een real life omgevingen en dit in contact met reële gebruikers. Living labs zijn test- en ontwikkelingsomgevingen buiten het ontwikkellab, in een realistische context, vaak in een begrensd gebied. Het gaat om samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheden en gebruikers die nieuwe producten, diensten of businessmodellen ontwikkelen in een realistischecontext. Belangrijke kenmerken daarbij zijn:
- Betrekken van de gebruikers in een vroeg stadium, waardoor nieuwe behoeften of aanwezige gebreken gedetecteerd kunnen worden.
- Het dichten van de kloof tussen technologie - ontwikkeling en het introduceren van nieuwe diensten en producten door deelname van de belanghebbenden: ontwikkelaars, overheden, kennisinstellingen en gebruikers. Deze belanghebbenden moeten niet allen als formele projectpartners (promotor/copromotor) fungeren, maar hun betrokkenheid moet duidelijk aangetoond worden in het projectvoorstel. Omwille van de administratieve beheersbaarheid bestaat een EFRO-project bij voorkeur uit maximaal 4 formele partners.Uitzonderingen zijn mogelijk, maar moeten wel grondig gemotiveerd worden.
- Detecteren van economische en sociale implicaties, zodat hiermee rekening kan gehouden worden.
Binnen de methodiek van living labs kunnen vier activiteiten onderscheiden worden. Deze moeten in het projectvoorstel behandeld worden.1. Co-creatie, waarbij wisselwerking optreedt tussen producent en gebruiker, steunend op het principe van open innovatie;2. Controleren: het ontdekken van nieuwe gebruikersmogelijkheden en marktopportuniteiten;3. Experimenteren: implementeren van verschillende scenario’s om het effect ervan te meten;4. Evalueren: uiteindelijke beoordeling van producten of diensten. Laagdrempelige Expertise Dienstverlening Via de Laagdrempelige Expertise Dienstverlening (LED’s) bieden hogescholen kosteloos hun praktische kennis aan. Binnen 17 expertise-domeinen kunnen bedrijven met hun praktische vragen terecht bij de verschillende LED’s. Gedurende de periode 2012-2015 werd een LED-netwerk uitgebouwd. Dit netwerk werd provinciaal aangestuurd door de Innovatiecentra. De hogescholen die instonden voor de uitvoering van de LED-werking sloten bij dit netwerk aan. Op die manier had elk provinciaal netwerk een aantal expertisedomeinen in beheer. De afstemming tussen deze provinciale netwerken werd opgenomen door de Innovatiecentra. Deze oproep heeft als specifiek voorwerp om ook LED-werking te voorzien in 2016. Hieronder enkele oproepspecifieke bepalingen.
- Deze oproep gaat uit van een continuering van de LED-werking. Dit betekent echter niet noodzakelijk een loutere voortzetting van de activiteiten. Deze verlenging kan weldegelijk aangegrepen worden om bijsturingen uit te voeren.
- Deze oproep beoogt één per projectvoorstel per provincie. Indien meerdere projectvoorstellen binnen één provincie worden ingediend, wordt het beste scorende voorstel geaccepteerd. Een Vlaamsbreed projectvoorstel behoort eveneens tot de mogelijkheden.
- Bij de beoordeling van de projectvoorstellen wordt rekening gehouden met de resultaten / prestaties van de LED-werking in de afgelopen periode. Het projectvoorstel voorziet in een zelfevaluatie van de voorbije periode.
- Om inpasbaarheid in het EFRO-programma te garanderen moet expliciet aandacht uitgaan naar het element co-creatie bij de adviesverlening. Hogescholen moeten zich expliciet richten naar vragen die betrekking hebben op stimulering van valorisatie met oog op vermarkting.
- Specifieke voorkeur gaat uit naar valorisatie van industrieel onderzoek met een economische finaliteit. Op die manier wordt de wisselwerking tussen de kenniscentra en het bedrijfsleven verder geoptimaliseerd.
- Het project dient bij te dragen tot de output - en resultaatsindicatoren.
- Het EFRO-project kan lopen gedurende 2016. De projecttermijn start ten vroegste op 1 januari 2016 en eindigt ten laatste op 31 december 2016.
Budget
Het EFRO - steunpercentage bedraagt maximaal 40%. De EFRO – bijdrage en (eventuele) cofinanciering door Vlaamse overheden (Vlaamse overheid, Provincie, lokale besturen) kunnen samen maximaal 85% bedragen van de totale projectkosten. De toekenning van Vlaamse, provinciale of andere cofinanciering dient uiterlijk bij de definitieve goedkeuring van het project door de Managementautoriteit te worden bevestigd. Aan de projectpromotoren wordt een eigen financiële bijdrage van minimaal 15% gevraagd. Voor deze oproep wordt een budget voorzien van 500.000 euro EFRO-steun. De totale projectkost bedraagt minimaal 100.000 euro.
Begunstigden
Alle entiteiten met een rechtspersoonlijkheid
Info & contact
Meer lezen: http://www.agentschapondernemen.be/sites/default/files/documenten/102_-_efro_oproep_p1_sd1_-_led.pdf: oproepfiche http://www.agentschapondernemen.be/artikel/praktische-gidsen-en-sjablonen: praktische gidsen Provinciale EFRO-contactpunten :
- Provincie Antwerpen, Bezoekersadres: Desguinlei 100, 2018 Antwerpen, Postadres: Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, Stijn.AERTBELIEN@provincieantwerpen.be (03/240 68 24)
- Provincie Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt robert.daniels@limburg.be (tel. 011/23.74.32)
- Provincie Vlaams Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven, claudine.carton@vlaamsbrabant.be (tel. 016/26.74.14)
- Provincie Oost-Vlaanderen, PAC Het Zuid, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent, heidi.tency@oost-vlaanderen.be (tel. 09/267.86.37)
- Provincie West-Vlaanderen, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries, ellen.cardoen@west-vlaanderen.be (tel.050/40.31.72)
Stedelijke EFRO-contactpunten :
- Stad Antwerpen, bezoekadres: Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen, correspondentie: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen, Steven.Sterkx@stad.Antwerpen.be (tel. 03/338.61.92)
- Stad Gent, Bezoekadres: Keizer Karelstraat 1, 9000 Gent, Correspondentie: Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent, joris.demoor@gent.be (tel. 09/266.53.28)
- Centraal Programmasecretariaat
Entiteit Europa Economie, Koning Albert II-laan 35 bus 12, 1030 Brusselwouter.borremans@agentschapondernemen.be (tel. 02/553.38.32)liezelotte.deschrijvere@agentschapondernemen.be (tel. 02/553.37.23)erik.degendt@agentschapondernemen.be (tel. 02/553.27.22)