Tweede corona-steunpakket: Meer flexibiliteit tussen regio's en programma's
De Europese Commissie stelde vandaag het tweede corona-steunpakket voor. Het gaat om ongebruikte middelen uit het cohesiebeleid.
- Meer flexibiliteit tussen regio's
- Aanpassingen aan co-financieringspercentages
- Meer flexibiliteit wat betreft investeringsprioriteiten
Achtergrond
De Europese Commissie stelde vandaag het Coronavirus Response Investment Initiative Plus (CRII+) voor. Dat pakket is de opvolger van het Coronavirus Response Investment Initiative (CRII), en komt tegemoet aan de kritiek van verschillende lidstaten en regio's, waaronder Vlaanderen.
Het CRII gaf lidstaten de mogelijkheid niet-uitgegeven pre-financiering uit het cohesiebeleid uitzonderlijk aan te wenden voor de coronacrisis. Zo kregen de lidstaten Europese steun om de nodige crisismaatregelen te nemen.
De verdeling van de middelen gebeurde volgens de verdeelsleutel van de structuur- en investeringsfondsen. Dat zorgde ervoor dat de middelen niet noodzakelijk terecht kwamen in de regio’s die het meest getroffen worden door de crisis. Ook vanuit de Vlaamse Regering kwam daarop kritiek.
CRII+
De Europese Commissie reageert hierop met het CRII+. Het initiatief geeft lidstaten op uitzonderlijk veel flexibiliteit om alle ongebruikte middelen te heroriënteren richting corona-maatregelen.
- Transfers tussen programma’s. Middelen van EFRO, ESF of het Cohesiefonds kunnen onderling overgedragen worden. De regel dat ESF minstens 23.1% van de middelen moet bevatten komt te vervallen. Het Youth Employment Initiative valt hier niet onder. Middelen die overgedragen worden naar een nieuw programma, moeten wel geïmplementeerd worden volgens de regels van dat nieuwe programma.
- Transfers tussen regio’s uit verschillende categorieën. Tot nu mocht een lidstaat 3% van haar middelen overdragen tussen regio’s. Door de omstandigheden wordt die limiet weggenomen. Lidstaten kunnen dus zoveel middelen overdragen tussen regio’s als ze zelf willen. Dit geldt enkel voor de budget toewijzingen voor 2020.
- Thematische concentratie. De voorwaarde dat er een minimum percentage aan middelen geïnvesteerd moet worden in bepaalde prioriteiten vervalt tot het einde van de programmaperiode. Dat betekent dat lidstaten middelen veel vrijer kunnen investeren zonder rekening te moeten houden met de thematische concentratie.
- Europese co-financiering tot 100%. Lidstaten kunnen uitzonderlijk aanvragen om hun operationele programma’s aan te passen en co-financiering van 100% toe te staan. Dat zorgt ervoor dat lidstaten crisismaatregelen kunnen nemen die volledig Europees bekostigd worden.
Andere programma’s
Ook voor andere programma’s wordt er grotere flexibiliteit voorzien. Binnen ELFPO kunnen leningen tot €200.000 aangegaan worden tegen voordelige interesten of met een interessant aflossingsplan. Bovendien kunnen middelen flexibeler ingezet worden voor medische investeringen in plattelandsgebieden.
Wat betreft de directe betalingen binnen het GLB krijgen landbouwers een maand extra (tot 15 juni) om hun aanvragen in te dienen. Bovendien worden de voorschotten van de betalingen, die in het najaar verstrekt worden, verhoogd.
Binnen FEAD kunnen activiteiten rond crisisrespons vanaf nu ook gesteund worden. Onder meer voedselhulp kan nu ook via e-vouchers verdeeld worden, om extra besmetting tegen te gaan. Bovendien is ook binnen dit programma Europese co-financiering mogelijk, in plaats van de gewoonlijke 85%.
Om de impact op onder meer vissers in te perken, werden ook enkele aanpassingen gedaan binnen het EFMZV. Zo wordt er onder meer steun voorzien voor vissers die tijdelijk hun activiteiten moeten stil leggen.
Alle aanpassingen in programma’s en antwoorden op technische, project-gerelateerde vragen, vind je terug via deze link.