Meet the MEPs: Johan Van Overtveldt
De komende vijf jaar drukken de 12 (nieuw) verkozen Vlaamse MEPs hun stempel op het Europese beleid.
Bij het begin van de legislatuur gaven we je al een korte introductie in onze blog ‘Wie zijn de nieuwe Vlaamse MEPs’.
Nu is het tijd om hen echt te leren kennen. In deze blogreeks ‘Meet the MEPs’ leggen we hen enkele vragen voor: Wie zijn ze en wat zijn hun Europese plannen?
Vandaag: Johan Van Overtveldt.
Wat is uw functie? Wat deed u voordien?
Als minister in de federale regering was ik bevoegd voor Financiën en Fraudebestrijding. De domeinen die ik als lid van het Europees Parlement volg liggen perfect in lijn daarmee. Ik ben voorzitter van de Commissie Begroting en vast lid van de Commissie Economische- en Monetaire Zaken. Daarnaast volg ik als plaatsvervangend lid ook de dossiers in de Commissie Vervoer en Toerisme.
“Het Parlement en de Commissie kunnen een grote rol spelen in het klimaatdebat, als men de kaart van de innovatie trekt en het op een realistische manier aanpakt.”
Hoe ziet uw parlementair werk eruit?
Op dit moment gaat het grootste deel van mijn tijd en energie naar de onderhandelingen over de Europese meerjarenbegroting. Als voorzitter van de Commissie Begroting vertegenwoordig ik in de onderhandelingen het Europees parlement. Die meerjarenbegroting zal een belangrijk fundament zijn voor de Europese Unie in de volgende jaren.
Daarnaast volgt de econoom in mij met veel passie de ontwikkelingen op monetair- en economisch vlak. Die domeinen liggen misschien wat verder weg van de burger, maar ze zijn uitermate boeiend en van groot belang voor het functioneren van onze economie en onze maatschappij.
En ook in de commissie Transport hoop ik mijn steentje te kunnen bijdragen. Samen met de begroting vormt dat beleidsdomein een belangrijke schakel in het klimaatdebat en de manier waarop de Green Deal vormgegeven wordt. Ook daarover zal ik mijn stem luid genoeg laten horen. Omdat ik er van overtuigd ben dat het Europees parlement en de Europese Commissie een grote rol kunnen spelen, als men de kaart van de innovatie trekt en het op een realistische manier aanpakt. De burger heeft geen boodschap aan dure beloftes die niet ingelost kunnen worden. Europa kan hier de kans grijpen om vertrouwen te winnen.
Waar wilt u op inzetten? Waar wilt u op het einde van de legislatuur uw stempel op gedrukt hebben?
Eerst en vooral: de onderhandelingen over de meerjarenbegroting tot een goed einde brengen. Dat wordt geen gemakkelijke opdracht, omdat er gemeenschappelijke grond gezocht moet worden tussen de Europese instellingen, maar ook tussen de politieke groepen in het parlement. We hebben zopas een akkoord bereikt over de begroting voor 2020. Daar zit echt wel een omslag in, met toekomstgerichte keuzes. Het is geen ouderwetse Europese begroting meer. Het legt meer accenten op onderzoek, innovatie en technologie als antwoord op de uitdagingen. Ik hoop dat we een meerjarenbegroting kunnen afleveren die daar op verder bouwt.
“Ik denk dat Europa zich nog meer moet gaan focussen op het voeren van een geopolitiek beleid.”
Welke verwachtingen werden ingevuld, welke niet? Wat heeft u verrast (bij uw intrede) in het Europees Parlement?
Het verschil tussen politiek voeren in een regering of in het Europees parlement is best groot. De schaal is groter, de instellingen (nog) complexer. Maar ik ben iemand die zich heel erg snel kan aanpassen aan een nieuwe omgeving. En met de taken die me toebedeeld werden, voel ik me als een vis in het water. De inwerkperiode zit erop, ik ben helemaal geacclimatiseerd. En, ik heb er zin in!
“VLEVA en het middenveld zijn voor ons, Europese parlementsleden, belangrijke schakels om de vinger aan de pols te houden, en informatie te laten doorstromen.”
Wat maakt Europa belangrijk voor u?
Europa is op verschillende vlakken een absolute meerwaarde voor de lidstaten en voor de burgers, niet in het minst op economisch vlak. Op voorwaarde dat het zich focust op kerntaken, op maatregelen waarmee het echt een verschil kan maken. En de lidstaten dus ook de nodige autonomie laat. Zeker voor kleinere lidstaten is dat erg belangrijk. Dat blijft een moeilijke evenwichtsoefening. Daarnaast denk ik dat Europa zich nog meer moet gaan focussen op het voeren van geopolitiek beleid.
Wat kan VLEVA, het Vlaams middenveld en lokale overheden voor u doen?
VLEVA en het middenveld zijn voor ons, Europese parlementsleden, belangrijke schakels om de vinger aan de pols te houden, en informatie te laten doorstromen. De Europese instellingen zijn bijzonder boeiend, maar tegelijk ook erg complex qua structuur. Dat maakt dat er vaak en onvermijdelijk veel energie gaat naar de organisatie van die Europese “bubbel”. Voeling met het middenveld en organisaties zoals VLEVA is daarom van groot belang. Om ons bij de les te houden (lacht).