21 februari 2023 - door Liese Dewilde
De Europese Commissie stelde recent haar Green Deal Industrieel Plan voor. Dit plan is het Europese antwoord op de hogere energieprijzen waarmee Europese ondernemingen kampen én het Amerikaanse subsidiepakket dat productie in Amerika bevoordeelt. Met dit plan focust Europa op vier pijlers: regelgevingsklimaat, financiering, competenties en handel.
De technologiefederatie Agoria verenigt bijna 2000 technologiebedrijven uit de maakindustrie, de digitale en de telecomsector. De organisatie heeft dan ook een duidelijk standpunt over het Europees industriebeleid en de nieuwe aangekondigde plannen.
Benieuwd naar dat standpunt? Je ontdekt het in onderstaand interview.
Hoe werd de aankondiging van een Green Deal Industrieel Plan bij jullie organisatie en sector ontvangen?
Bij Agoria zijn we tevreden dat er een Europees antwoord komt op de internationale uitdagingen van vandaag. We verwelkomen ook de bereidheid om de Europese maakindustrie te ondersteunen. Voor onze sector is het van belang dat Europa een doeltreffend industriebeleid uitwerkt waardoor onze ondernemingen in de wereldwijde race om technologisch leiderschap op het gebied van schone technologieën blijven.
Maar er zijn heel wat factoren die het concurrentievermogen van de Europese en Belgische technologische industrie bepalen. Energie- en grondstofprijzen, loonkosten, het belastingklimaat, de beschikbaarheid van talent, de goede werking van de interne markt, de toegang tot de markten buiten de EU, het regelgevingskader in ruime zin enzovoort zijn allemaal van belang. Het is voor Agoria dan ook noodzakelijk dat het Europees industriebeleid rekening houdt met en invloed uitoefent op al deze sectoren op een holistische manier. Er mag niet alleen gefocust worden op subsidiemaatregelen.
Het Europese antwoord op de uitdagingen moet op een juiste manier verder ingevuld worden en vorm krijgen.
Europa wil een regelgevingsklimaat tot stand brengen dat een snelle uitrol mogelijk maakt en gunstige voorwaarden schept voor de sectoren die van essentieel belang zijn om de ‘zero-emission’-doelstelling te halen. Waar moet Europa op focussen? Waar moet Europa voor opletten?
Die doelstelling op zich is natuurlijk positief. Het gaat wel belangrijk zijn om die strategische sectoren duidelijk te bepalen. Windenergie, warmtepompen, zonne-energie, schone waterstof en opslag worden bijvoorbeeld al expliciet vernoemd. Maar ook mobiliteitsoplossingen, technologieën die bijdragen tot energie-efficiëntie van gebouwen en industriële processen en geavanceerde productietechnologieën moeten worden opgenomen. En binnen die sectoren moet bovendien rekening gehouden worden met alle actoren van de waardeketen. Je moet het bekijken van de winning van grondstoffen, naar de productie en de verwerking van materialen, naar de productie en helemaal tot aan de recycling.
In de Europese plannen voor een beter regelgevingsklimaat wordt ook gekeken naar IPCEI’s (Important Projects of Common European Interests) over schone technologieën. Dat IPCEI-instrument moet grondig herzien worden en Europa moet overwegen om dit instrument met Europese middelen te financieren. Als dat niet gebeurt, zullen ongelijkheden tussen lidstaten en ondernemingen op de Europese markt alleen maar toenemen.
Het is voor onze sector ook essentieel dat Europa stilstaat bij de regelgevingsgolf van de huidige regeerperiode. Ondernemingen hebben adempauze nodig. We staan als sector achter de transitiedoelstellingen, maar het is belangrijk dat Europa alle nieuwe verplichtingen die ze oplegt aan ondernemingen ook evalueert. De EU moet nagaan of ze effectief een aanmerkelijke bijdrage leveren aan die transitiedoelstellingen.
Naast een gunstig regelgevingsklimaat kijkt Europa naar financiering, enerzijds naar nationale financiering, anderzijds naar Europese financiering. Hoe kijkt de technologiesector naar die plannen?
Vanuit onze sectoren verwelkomen we uiteraard dat investeringen in schone technologieën worden aangemoedigd. We zijn daarnaast ook tevreden dat er aandacht gaat naar de financiering van de productie.
Maar we moeten opmerken dat er al verschillende financiële instrumenten uitgewerkt en beschikbaar zijn om productieve investeringen (in)direct te ondersteunen, de industriële ontwikkeling te stimuleren of de economie te ondersteunen. De Commissie zou dat geheel van instrumenten moeten analyseren en beoordelen naar hun doeltreffendheid en marktverstorende effecten. Een coherente hervorming op basis van de nieuwe prioriteiten kan gepast zijn. Als dan blijkt dat er aanvullende behoeften zijn, staat Agoria ook achter de beredeneerde ontwikkeling van duurzame Europese financieringsoplossingen.
Maar vanuit Agoria benadrukken we sterk dat er binnen Europa een gelijk speelveld moet worden gerespecteerd. Onze organisatie is daarom geen voorstander van flexibeler staatssteun.
Het Europees Green Deal Industrieel Plan focust ook op het ontwikkelen van de noodzakelijke competenties om de transitie te verwezenlijken. Op welke manier moet Europa hier voor de technologiesector aan werken?
De competenties en de beschikbaarheid van gekwalificeerde werknemers moet sterk worden vergroot volgens het Industrieel Plan. Bij Agoria bevestigen we dat. België heeft, net als de rest van Europa, te kampen met reële tekorten op de arbeidsmarkt. Dit heeft gevolgen op onze concurrentiekracht, omdat we activiteiten niet kunnen versnellen in het tempo dat eigenlijk zou kunnen en moeten.
In arbeidsmarktbeleid moet voor ons niet alleen gekeken worden naar kortetermijnbehoeften, maar ook naar proactief inspelen op toekomstgerichte behoeften. Europese impulsprogramma’s zijn daarvoor cruciaal. Ze brengen de toekomstige competentiebehoeftes in kaart, ontwikkelen snel efficiënt leermateriaal, zetten een systeem op voor de erkenning van microlessen en stellen middelen beschikbaar voor massale omscholingsprojecten. Daarnaast menen we vanuit onze sector ook dat de Commissie en de lidstaten moeten werken aan een kader dat economische migratie bevordert voor de profielen die de maakindustrie nodig heeft.
Naast een gunstig regelgevingskader, competenties en financiering, plant Europa met de industrie-initiatieven te focussen op handel. Eerlijke en open handel, die iedereen ten goede komt, moet vergemakkelijkt worden. Hoe kan dat gebeuren volgens Agoria?
Op dat vlak is het van belang dat er een snelle en volledige inwerkingtreding komt van de handels- en investeringsovereenkomsten met Mercosur-landen, Mexico, Indonesië, Chili en Nieuw-Zeeland. We menen ook dat België als geheel de handels- en investeringsovereenkomst met Canada moet goedkeuren. Via de Trade and Technology Council moeten de EU en de Verenigde Staten bovendien voortdurend met elkaar in gesprek blijven over handelsirritaties.
Diversificatie is noodzakelijk om producten op andere markten te kunnen verkopen én om te kunnen voorzien in de grondstoffen die we in Europa niet of onvoldoende hebben. Partners zoeken en behouden is daarom van essentieel belang.
Wil je meer weten over het standpunt van Agoria? Bekijk dan hier hun volledige standpunt.